101
n) Montage van de aandrijfeenheid
Lijm eerst de motorsteunen (1) volgens de afbeelding hiernaast aan elkaar.
Schroef dan de aluminium motorsteun (2) aan de motor vast en verbind de
drie motoraansluitkabels met de vliegregelaar (3).
Let op:
Wanneer u de aansluidraden soldeert zoals op de afbeelding
wordt weergegeven, moet vooraf eerst de correcte looprichting
van de motor worden gecontroleerd (zie hoofdstuk
„Ingebruikname van de vliegregelaar“).
Op de open voedingskabels (4) moet een aansluitkabel met de door u
gewenste accustekkers worden vastgesoldeerd.
Plaats de meenemer van de propeller (5) en draai de beide stifttappen vast.
Controleer daarbij of de meenemer goed kan draaien.
Kort de 10 x 10 x 100 mm vierkante motorsteunhouder (6) in tot precies 76
mm en lijm deze in de motorsteun.
Schuif vervolgens de complete eenheid tot aan de aanslag in de romp. De
motorsteun moet daarbij tegen het schuimstof aan liggen (zie ook afb. 24).
Wanneer u hebt gecontroleerd of alles goed past, wordt de vierkante
motorsteun met 5-minuten epoxyhars in de romp vastgelijmd.
De vliegregelaar (3) wordt door de koelluchtopening in de binnenzijde van de
romp geschoven en daar met dubbelzijdig plakband bevestigd.
Afb. 20