116
6. „Reverse Type“ (rijmodus)
Met deze instelling kunt u de rijmodus vastleggen.
„Proportional Rev.Lock out“: Voor van vooruit naar achteruit rijden kan worden omgeschakeld, moet de gas-/remhen-
del op de zender zich gedurende korte tijd in de neutrale stand bevinden (ca. 2 seconden). Dit verhindert transmissie-
schade door het te snel wisselen tussen vooruit en achteruit rijden.
Als de hendel direct van vooruit- naar achteruitrijden wordt gezet, wordt de rem van de rijregelaar geactiveerd (voer-
tuig rijdt niet achteruit!).
„Proportional w/o Reverse“: Het achteruit rijden is uitgeschakeld.
„FWD to Brake and Reverse“: Er kan pas van vooruit naar achteruit rijden worden omgeschakeld, als de motor stil
staat.
7. „Motor Type“ (motortype)
Deze instelling moet op „Brushless w/o Sensor“ worden gelaten aangezien de motor van de modelauto een sensor-
loze brushless-motor is. De instelling „sensor only“ mag niet worden gebruikt.
8. „Motor Timing“ (motortiming)
Met deze instelmogelijkheid beïnvloedt u de loopeigenschappen van de motor (vergelijkbaar met de voorontsteking
van een verbrandingsmotor).
Stel „Lowest“ (laagst) in opdat de motor met betrekking tot de basisinstelling („Low“) wat meer draaimoment krijgt en
wat minder in de hoogste toerentallen draait. Stel „Highest“ (hoogst mogelijk) in opdat de motor wat meer maximum
toerental en wat minder draaimoment krijgt. In beide gevallen veranderen de stroomwaarden. Let tijdens het gebruik
bovendien op de temperaturen van motor en rijregelaar.
c) Programmering via de zender
De rijregelaar kan niet enkel via de meegeleverde programmeerkaart, maar ook via de gas-/remhendel van de zender
worden geprogrammeerd. Hiervoor moet natuurlijk vooraf de programmeermodus van de rijregelaar worden geac-
tiveerd.
Ga als volgt te werk:
• Schakel de rijregelaar uit (schakelaarstand „OFF“, zie afbeelding in hoofdstuk 9. f).
• Verbind twee volledig opgeladen 2-cellige LiPo-rijaccu‘s via de Y-accu-adapter met de rijregelaar.
• Beweeg de gas-/remhendel naar de volgasstand voor het vooruitrijden (gas-/remhendel helemaal naar de greep toe
trekken) en houd deze daar vast.
• Schakel de rijregelaar met de aan-/uitschakelaar in (schakelaarstand „ON“); houd de gas-/remhendel opnieuw in de
volgasstand voor het vooruit rijden, niet loslaten!
De LED knippert nu groen en de motor geeft geluidssignalen weer (deze worden door de korte aansturing van de
motor door de rijregelaar opgewekt).
De rijregelaar start eerst de programmeermodus voor de volgasstanden voor vooruit en achteruit rijden en de
neutrale stand. Houd de gas-/remhendel altijd nog in de volgasstand voor het vooruit rijden, niet loslaten, niet
bewegen!
De motor geeft een lange pieptoon (ca. 1 seconde) weer.
Aansluitend knippert de LED rood en de motor geeft korte geluidssignalen weer.
Na enkele seconden geeft de motor nogmaals een lange pieptoon weer.
Summary of Contents for 40 95 98
Page 130: ...130 ...
Page 131: ...131 ...