44
Gebruik
Voorbereiding voor gebruik
Lees de instructies van de fabrikant met
betrekking tot het laden van de accu en
volg deze nauwkeurig.
Let op! Als u een zogenaamde ‘natte’
loodzuuraccu wilt opladen, moet u eerst
het elektrolytniveau controleren en als
het niveau van het gedestilleerd water
te laag is, het water bijvullen volgens de
gebruiksaanwijzing van de accu.
1. Controleer de spanning en de
capaciteit van de op te laden accu.
Maak indien nodig gebruik van de
gebruikersaanwijzing van de accu.
2. Zet de acculader op de juiste spanning
en laadstroom. Zie tabel hieronder.
3. Sluit de rode pool (+) van de acculader
aan op de positieve pool (+) van de
accu en sluit vervolgens de zwarte pool
(-) aan op de negatieve pool (-) van de
accu. Zorg ervoor dat de polen op de
juiste manier aan elkaar zijn gekoppeld
voor een goede aansluiting.
4. Steek de stroomkabel van de acculader
in een stopcontact. De acculader
begint met het opladen van de accu.
De laadstroom wordt in ampère
weergegeven op de ampèremeter.
5. Controleer de ampèremeter regelmatig.
Zodra de accu volledig is opgeladen,
geeft de ampèremeter een waarde van
rond de nul aan. De acculader levert een
lage laadstroom om ervoor te zorgen
dat de accu volledig blijft opgeladen.
6. Trek de stekker uit het stopcontact
en verwijder eerst de zwarte kabel
en vervolgens de rode kabel van de
accupolen.
Reiniging en onderhoud
De acculader moet, indien mogelijk, met
een vochtige doek (ondergedompeld in
een milde zeepoplossing en uitgewrongen)
worden afgenomen.
Controleer de conditie van de
contactklemmen voor en na gebruik.
Verwijder eventuele roest dat de werking
van de contactklemmen kan beïnvloeden.
1 Snel = autosymbool; 2 Langzaam = � etssymbool
Model
Spanning
Instellingsschakelaar
Max.
laadstroom
Nominale
batterijcapaciteit:
min. max.
20516
230 V/50-60
Hz
12 V snel
1
12 V langzaam
2
6 V snel
6 V langzaam
12 V/6,5 A
12 V/1,0 A
6 V/8 A
6 V/0,60 A
20 Ah
120 Ah
4 Ah
20 Ah
20 Ah
120 Ah
4 Ah
15 Ah
20517
230 V/50-60
Hz
12 V
12 V/12 A
30 Ah
200 Ah