110
stop of dichtingskap van het ventiel van de gasfles.
•
Controleer de aanwezigheid en de goede staat van de dichting voor het aan-
sluiten van de regelaar op de nieuwe gasfles.
•
Controleer of de dichting van de regelaar correct aangesloten is en zijn func-
tie kan vervullen.
•
Voer lektesten met zeepsop uit.
WAARSCHUWING: Vervang de gasfles enkel in een ruimschoots geventi-
leerde omgeving, weg van mogelijke ontstekingsbronnen (kaars, sigaretten,
andere vlam-producerende toestellen,...).
OPSLAG
•
Verzeker dat de verwarmer in de UIT-positie staat.
•
Sluit steeds het ventiel van de gascilinder na gebruik of bij een storing.
•
Koppel de gasfles los van de gaskachel.
•
Bewaar de gasfles in een goed geventileerde kamer. Plaats ze ver weg van
brandbare, explosieve of hete materialen en liefst niet in huis. Bijkomend
mag ze nooit bewaard worden in de kelder of op zolder.
•
De gasfles moet buiten het bereik van kinderen opgeslagen worden.
•
Een afgekoppelde gasfles moet voorzien zijn van stevig ingedraaide stoppen
en mag niet in een garage of een andere afgesloten omgeving opgeslagen
worden. Enkel opslaan in een geventileerde omgeving.
•
De opslag van de verwarmer binnenshuis is enkel toegestaan wanneer de
gasfles afgekoppeld en van de verwarmer verwijderd is.
•
Controleer of de koppelingen op de gastoevoerleiding goed vast zitten
(kraan gasfles / gasdrukregelaar, gasdrukregelaar/slang, slang/inlaat van het
apparaat). Laat het, bij een vermoeden van beschadiging, vervangen door
uw gasleverancier.
•
Sla een vloeibare gasfles nooit op in een kelder of op plaatsen zonder vol-
doende luchtventilatie.
REINIGING EN ONDERHOUD
Waarschuwing: Verzeker dat de verwarmer in de UIT-positie staat en afgekoeld
is!
Waarschuwing: Reinig de verwarmer niet met brandbare of schurende reinigings
middelen.
•
Veeg het poeder gecoate oppervlakken met een zachte, vochtige doek en
water en zeep.
•
Verwijder vuil, spinnen en andere insectennesten uit de ventilatieopening
van de behuizing van de gasfles, regelcompartiment, brander en openingen
voor circulatielucht van de verwarmer met leidingreiniger of perslucht om
het toestel proper en veilig voor gebruik te houden.
•
Maak nooit doorgangen of andere openingen vrij met tandenstokers of
ander materiaal dat zal afbreken en de doorgangen zal blokkeren.
•
Als er zich koolstofresten vormen, verwijder dan de reflector en het vlam-
scherm en reinig deze met water en zeep.
•
Schilder het vlamscherm, regelpaneel of reflector niet.
•
Bedek de brander met de optioneel meegeleverde beschermhoes wanneer
de verwarmer niet in gebruik is. Wacht met afdekken tot de verwarmer
afgekoeld is.
•
In een omgeving met zoute lucht, zoals nabij een oceaan, kan corrosie snel-
1