111
1
ler dan normaal optreden. Controleer regelmatig op gecorrodeerde. delen
en herstel ze onmiddellijk.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Volg deze tips en u zal de onderhoudsdienst niet moeten contacteren.
Probleem
Waarschijnlijke
oorzaak
Oplossing
De waakvlam wil
niet branden
Het gasventiel kan
GESLOTEN zijn
Draai het gasventiel OPEN.
De brandstoftank kan
leeg zijn
Vul de gastank bij.
De ontsteker kan
geblokkeerd zijn
Reinig of vervang de ont-
steker van de waakvlam.
Lucht in de toevoer
Purgeer de leidingen met
lucht door op de controle-
knop te drukken totdat u
gas ruikt.
Losse aansluitingen
Controleer alle aansluitin-
gen
Lage gasdruk
Vervang de gasfles door
een nieuwe.
De waakvlam wil
niet blijven branden
Te weinig brandstof-
druk
Houd de verstelbare knop
ingedrukt gedurende 10-20
seconden of meer nadat de
ontsteker ontstoken is.
Vuil rond de waak-
vlam
Tank bijna leeg. Vul de gas-
tank bij.
Losse aansluitingen
Reinig het vuile gedeelte.
Slecht thermokoppel
Draai de aansluitingen aan
Lek in de gasleiding
Vervang het thermokoppel.
De brander wil niet
branden
Druk is laag
Tank bijna leeg. Vul de gas-
tank bij.
Een opening is
geblokkeerd
Verwijder en reinig
Regeling is niet AAN
Draai het ventiel in OPEN
stand
Slecht thermokoppel
Vervang het thermokoppel.
Montage van de
waakvlam is vervormd
Plaats de waakvlam correct
Niet in de correcte
positie
Positioneer correct en pro-
beer opnieuw.
Brandervlam is laag
Toevoerslang is gebo-
gen of gedraaid
Maak de slang recht en
voer een lektest van de
slang uit.
Blokkage in de bran-
derverstuiver
Reinig of vervang de bran-
derverstuiver.