![Proline PMC66SS-N Operating And Installation Instructions Download Page 12](http://html1.mh-extra.com/html/proline/pmc66ss-n/pmc66ss-n_operating-and-installation-instructions_1614866012.webp)
De Verminderde Vlampositie aanpassen :
Voor verminderde vlampositie moeten de overbruggingsschroeven losser gemaakt worden
bij de conversie van LPG naar NG. Als men omzet van NG naar LPG, moeten dezelfde
schroeven vaster gemaakt worden. Verzeker u ervan dat het toestel uitgeschakeld is en
dat de gastoevoer open is.
Steek de branders aan en laat hen in een minimum positie staan.
Verwijder de knoppen aangezien de schroeven enkel toegankelijk zijn wanneer de knoppen
verwijderd zijn.
Draai de overbruggingsschroef 90° losser of vaster met een kleine schroevendraaier. Dit
verlaagt de vlam van de brander tot een minimum (Afb. 6).
Wanneer de vlam een omvang heeft van 4mm, dan is het gas goed verdeeld. Zorg ervoor
dat de vlam niet uitdooft tijdens de overgang van de maximum op minimum stand.
10
De gastoegang vervangen :
De gastoevoerpijp, die conform is aan de regulaties met betrekking tot "A", geplaatst op de
pijpondersteuning, moet in de lengte zichtbaar zijn; ze moet worden aangebracht zodat het niet in
contact komt met onderdelen die opwarmen. Het wordt aangeraden om altijd een verbindingsstuk tussen
de elleboogpijp en de gastoevoerpijp te plaatsen. Spanje, Italië, Portugal, Luxemburg, Griekenland en
Duitsland laten de verbinding van de gasslang met het gasverbindingsstuk toe, zoals aangegeven in
"B". Voor deze landen moet de vorm van het gasverbindingsstuk conform zijn aan de nationale wetten
en regels.
Voor Denemarken, Nederland, Frankrijk, Algerije, Ierland moet de verbinding in stand gebracht worden
door gebruik van de stukken "E" en buigzame slangen of onbuigzame pijpen zoals beschreven in "C".
Dit verbindingstype kan ook in Frankrijk, Algerije, Spanje, Italië, Portugal, Griekenland en Luxemburg
gebruikt worden. Voor het Verenigd koninkrijk moet de gasverbinding uitgevoerd worden zoals beschreven
in "D". De buigzame gastoevoerslang mag nooit achter het over lopen of in contact komen met
ontvlambaar materiaal. De minimale afstand tussen het toestel en nabij liggende oppervlakten moet
20mm zijn.
Nadat er een verbinding tot stand is gebracht, moet het getest worden. De test kan gedaan worden
door een zeepsop op de verbinding aan te brengen. Er mogen geen luchtbellen verschijnen. Indien er
wel luchtbellen zijn, kijk de verbinding opnieuw na en kijk opnieuw na.