15
Het hartslagprogramma 1 is ontworpen om uw hart-
slagfrequentie tussen twee vooropgestelde niveaus te
houden tijdens uw oefening. Programma voor het hart
2 is ontworpen om uw hartslag bij uw gekozen doel
hartslag te houden.
Volg de stappen hieronder om een programma voor
het hart te gebruiken.
Schakel het bedieningspaneel in.
Zie stap 1 op pagina 12.
Kies een hartslagprogramma.
Om een hartslag-
programma te
kiezen, druk her-
haaldelijk op de
Programma
[PGM]-toets, tot-
dat “P-1” of “P-2” in het bovenste gedeelte van de
display verschijnt.
Toets uw leeftijd of doelhartslag in.
Als u hartslag-
programma 1
kiest, dan zal het
woord “Age”
(leeftijd) beginnen
te flikkeren in het
onderste gedeelte van de display en er zal een
leeftijd verschijnen. Als u uw leeftijd al hebt inge-
toetst, druk dan op de toets met het hartsymbool.
Als u uw leeftijd nog niet hebt ingetoetst, druk op
de en – toetsen om uw leeftijd in te toet-
sen. Druk dan op de toets met het hartsymbool.
Opmerking: Als u uw leeftijd hebt ingetoetst,
wordt het in het geheugen opgeslagen.
Als u hartslag-
programma 2
kiest, dan zal het
woord “Rate”
(Frequentie)
beginnen te flik-
keren in het onderste gedeelte van de display en
er zal een hartslagfrequentie verschijnen. Druk
op de en – toetsen om de doelhartslag-
frequentie bij te stellen, als u dat wilt (zie INTEN-
SITEIT VAN DE OEFENING op pagina 22). Druk
dan op de toets met het hartsymbool.
Houd de handsensoren vast.
U moet de handsensoren niet de hele tijd vast-
houden tijdens een hartslagprogramma. U moet
de handsensoren echter geregeld vastnemen
zodat het programma goed werkt. Elke keer u de
handgrepen vasthoudt moet u minstens uw
handen 30 seconden lang op de metalen con-
tacten plaatsen. Opgelet: De letters PLS zullen
wanneer u de handgrepen niet vasthoudt in de
grote display in plaats van uw hartslag verschij-
nen.
Begin te fietsen om het programma te starten.
Hartslagprogramma 1 is onderverdeeld in 30
periodes van één minuut. U kunt een doelhart-
slag programmeren voor elke periode. (U kunt
ook een doelhartslag programmeren voor twee of
meer opeenvolgende periodes). Hartslagpro-
gramma 2 is onderverdeeld in 60 periodes van
één minuut (U kunt ook een deel van het pro-
gramma afwerken). Voor alle periodes wordt
dezelfde doelhartslag geprogrammeerd.
Tijdens het programma zal het bedieningspaneel
uw hartslagfrequentie geregeld vergelijken met
de doelhartslagfrequentie die u voor deze periode
hebt geprogrammeerd. Als uw hartslag te ver
onder of boven de vooraf ingestelde doelhartslag
is, dan zal de weerstand van de pedalen automa-
tisch verhogen of verlagen om uw hartslag dich-
ter bij de doelhartslag te brengen. Opmerking: Als
het weerstandsniveau te hoog of te laag is, dan
kunt u de instellingen wijzigen door op de
Weerstand-toetsen te drukken. De weerstand zal
echter automatisch veranderen als het bediening-
spaneel opnieuw uw hartslag met de doelhartslag
vergelijkt.
Aan het einde
van de eerste
periode van één
minuut, kunt u
dankzij de tempo-
display een vast
tempo aanhou-
den. Wanneer de
“too slow” (te langzaam) indicator begint te bran-
den dan moet u uw tempo wat verhogen.
Wanneer de “too fast” (te snel) indicator begint te
branden dan moet u uw tempo verlagen. Houdt
uw tempo aan wanneer de middelste indicator
begint te branden.
Belangrijk: De tempo-display dient alleen als
motivatie. Zorg ervoor dat u op een temp
fietst dat aangenaam voor u is.
5
4
3
2
1
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG
TE GEBRUIKEN