13
Installeren
Opmerking:
• Maak alle verbindingen tijdelijk en controleer dat
de aansluitingen juist zijn, het toestel functioneert
en het gehele systeem in orde is alvorens het toes-
tel definitief te installeren.
• Gebruik uitsluitend de bij dit toestel geleverde
onderdelen voor een juiste installatie. Het gebruik
van andere, niet-gespecificeerde onderdelen kan
een onjuiste werking tot gevolg hebben.
• Raadpleeg uw handelaar indien er voor het
installeren gaten moeten worden geboord of
andere veranderingen in de auto moeten worden
gemaakt.
• Plaats het toestel ergens waar het beslist niet de
bestuurder kan hinderen en geen letsel of proble-
men kan veroorzaken in geval van plotseling
remmen.
• Bij het bevestigen van dit toestel moet u er goed
op letten dat er geen draden of kabels tussen dit
toestel en andere metalen onderdelen of voorwer-
pen in de buurt vastgekneld worden.
• Bevestig het toestel niet in de buurt van een ver-
warmingsrooster waar het aan hitte onderhevig is
of bij de portieren waar het toestel nat zou kunnen
worden. (Installeer het toestel nooit op de
bovengenoemde plaatsen vanwege het gevaar
voor storingen vanwege oververhitting.)
• Alvorens gaten te boren moet u altijd de plek
achter het te boren gat controleren. Boor niet in
gasleidingen, remleidingen, elektrische onderde-
len en andere belangrijke onderdelen van de auto.
• Wanneer u het toestel in de cabine plaatst, moet u
het goed vastzetten zodat het tijdens het rijden
niet los kan schieten en mogelijk ongelukken of
letsel zou kunnen veroorzaken.
• Bij het plaatsen van het toestel onder de voorstoel
moet u controleren dat het het mechanisme voor
het verschuiven van de stoel niet hindert. Leid alle
draden en kabels zorgvuldig langs het mecha-
nisme voor het verschuiven zodat ze niet worden
vastgekneld en mogelijk kortsluiting veroorzaken
indien de stoel wordt verschoven.
Bevestigen van de antenne
Opmerking:
• Bevestig de antenne aan de binnenkant van de
auto aan ramen die niet kunnen bewegen, zoals de
achterruit.
• Om verzekerd te kunnen zijn van een optimale
ontvangst kunt u de TV antenne het beste naar
beneden wijzend bevestigen aan de achterruit,
zoals aangegeven op Afb. 1, Afb. 2 en Afb. 3.
• Als u de TV antenne in de buurt van een radio-
antenne monteert (vooral met een booster), zult u
last krijgen van storing. Raadpleeg in een
dergelijk geval uw dealer omtrent een betere plek.
• Als u de TV antenne in de buurt van een radio-
antenne monteert, kan de ontvangstkwaliteit
achteruit gaan wanneer u tegelijkertijd de radio en
de TV gebruikt.
• Als de ruit te klein is , kunt wellicht de antenne
niet naar behoren bevestigen. Kies daarom een
ruit die groot genoeg is.
• Voor u de antenne gaat bevestigen moet u
controleren of de antennekabel lang genoeg is om
vanaf de plek waar u de antenne wilt bevestigen
het toestel waarop u de antenne wilt aansluiten te
bereiken (Lengte antennekabel: 6 m).
• Als u dit product gebruikt in gebieden met een
slechte ontvangst, kan de gevoeligheid van de
meegeleverde antenne ontoereikend blijken,
waardoor het beeld zal tegenvallen.
• Installeer de antenne in geen geval over een in het
glas geïntegreerde antenne of verwarming.
• Zet de antenne goed vast en staak het gebruik
wanneer de antenne los komt. Als de antenne valt,
kunnen de punten van de elementen letsel
veroorzaken.
• Na de installatie moet u ervoor zorgen dat
kinderen niet met de antenne gaan spelen, want
dit kan resulteren in onverwachte ongelukken en
letsel.