DRB1497-B
Nl
24
138
Instellingen aanpassen
1
1
Instel-itemtoets
1 Houd [LIVE SAMPLER (UTILITY, WAKE UP)] tenminste 1
seconde lang ingedrukt.
Het [
USER SETUP
] scherm verschijnt.
Het [
LIVE SAMPLER
(
UTILITY
,
WAKE UP
)]-indicator knippert.
!
Om het [
CLUB SETUP
]-schem te tonen, schakelt u dit apparaat eerst uit en
dan drukt u de [
POWER
]-toets weer in terwijl u [
LIVE SAMPLER
(
UTILITY
,
WAKE UP
)] ingedrukt houdt.
2 Druk op de instel-itemtoets.
De te kiezen onderdelen verschijnen.
3 Kies het instel-item.
Kies het item in het aanraakpaneel en voer het in.
4 Verander de instelling van het onderdeel.
Kies het item in het aanraakpaneel en voer het in.
!
Druk op [
SAVE
] om de gemaakte wijzigingen vast te leggen in het
[
CLUB SETUP
]-scherm.
5 Druk op [EXIT].
Het [
USER SETUP
] scherm verdwijnt.
!
Om het [
CLUB SETUP
]-scherm te sluiten, drukt u op [
POWER
] om dit apparaat
uit te schakelen.
Voorkeurinstellingen maken
De
cursief
aangegeven instellingen zijn de oorspronkelijke instellingen van een nieuw gekocht apparaat.
Functie
Optionele
instellingen
Keuze-item 1
Keuze-item 2
Keuze-item 3
Beschrijving
USER SETUP
MIDI
ZONE1
1
BUTTON ACTION
TOGGLE
Kies de MIDI-signaalverzendmethode, [
TOGGLE
] of [
TRIGGER
].
TRIGGER
MIDI CHANNEL
1
,
2
, tot
16
Voor instellen van het MIDI-kanaal.
ZONE2
2
BUTTON ACTION
TOGGLE
Kies de MIDI-signaalverzendmethode, [
TOGGLE
] of [
TRIGGER
].
TRIGGER
MIDI CHANNEL
1
,
2
, tot
16
Voor instellen van het MIDI-kanaal.
RESET
—
Stelt de [
TYPE A
] – [
TYPE D
] MIDI-instellingen terug op hun oor-
spronkelijke waarden. De [
RESET
]-functie werkt uitsluitend voor
[
ZONE2
].
FADER START
LINK
CH1
tot
CH4
ON
,
OFF
Schakelt de fader-startfunctie aan en uit voor de DJ-spelers die zijn
verbonden met de [
LINK
]-aansluitingen.
CONTROL
CH2
,
CH3
ON
,
OFF
Schakelt de fader-startfunctie aan en uit voor de DJ-spelers die zijn
verbonden met de [
CONTROL
]-aansluitingen.
LCD
BACK LIGHT
1
,
2
,
3
,
4
,
5
—
Regelt de helderheid van het aanraakpaneel.
VERSION No.
—
—
—
Toont de software-versie van de DJM-2000.
CLUB SETUP
SYSTEM
DIGITAL OUT MAX
LEVEL
–19 dB
,
–15 dB
,
–10 dB
,
–5 dB
—
Regelt de maximale geluidssterkte van de weergave via de [
DIGITAL
OUT
]-aansluiting.
DIGITAL SAMPLING
RATE
48 kHz
,
96 kHz
—
Voor omschakelen van de digitale signaalbemonsteringswaarde.
AUTO STANDBY
ON
,
OFF
—
Activeert en deactiveert de automatische ruststandfunctie.
MIC
OUTPUT TO BOOTH
MONITOR
ON
,
OFF
—
Bepaalt of er wel of geen microfoongeluiden worden uitgestuurd via
de [
BOOTH
]-aansluitingen.
TALK OVER THRES-
HOLD LEVEL
–25 dB
,
–20 dB
,
–15 dB
,
–10 dB
—
Regelt de overstemgevoeligheid. De overstemfunctie wordt inge-
schakeld wanneer er een geluid dat luider is dan een ingesteld
volume binnenkomt via de microfoon.
TALK OVER LEVEL
–25 dB
,
–20 dB
,
–15 dB
,
–10 dB
—
Bepaalt de mate waarin andere geluiden dan het microfoongeluid
worden verzwakt bij inschakelen van de overstemfunctie.
TOUCH PANEL
—
—
—
De ijking van het aanraakpaneel is regelbaar door [
+
] in volgorde in
te drukken.
FACTORY RESET
YES
,
NO
—
—
Alle instellingen in de beginstand terugzetten.
1
Verandert de MIDI-instellingen van de toetsen op het bedieningspaneel, [
FREQUENCY MIX
] en [
SIDECHAIN REMIX
].
2
Verandert de MIDI-instellingen voor [
TYPE A
] tot [
TYPE D
] in het MIDI-bedieningsscherm.
Omtrent de automatische ruststandfunctie
Wanneer [
AUTO STANDBY
] staat ingesteld op [
ON
], wordt de ruststandfunctie automatisch ingeschakeld als er meer dan 4 uur verstrijken en aan al de onderstaande
voorwaarden is voldaan.
—
Als geen van de bedieningsknoppen of regelaars wordt bediend.
—
Als er geen geluidssignalen van
–10 dB
of meer binnenkomen via de ingangsaansluitingen van dit apparaat.
—
Als er geen PRO DJ LINK-aansluitingen worden gemaakt.
!
De ruststand wordt geannuleerd wanneer u op [
LIVE SAMPLER
(
UTILITY
,
WAKE UP
)] drukt.