DESG3
V. 01
–
17/09/2013
11
©Velleman nv
Vloeistof
Uitlooptijd
Spuitmateriaal
Uitlooptijd
Oplosmiddelverdunbare
lakken
15-40 s
Desinfectiemiddelen,
plantenbeschermingsmiddelen
onverdund
Waterverdunbare
grondverven
25-40 s
Autolakken
20-35 s
Waterverdunbare lakken
20-35 s
4.
Verdun de vloeistof met een aangepast verdunningsmiddel indien de gemeten tijd langer is dan die
in de tabel. Meng de vloeistof goed door en meet de viscositeit opnieuw. Herhaal deze procedure tot
beide tijden overeenkomen.
5.
Draai het reservoir
[11]
in wijzerzin los en verwijder van het pistool.
6.
Vul het reservoir met de (verdunde) verf. Gebruik niet meer dan 700 ml vloeistof.
7.
Reinig de maatbeker grondig na gebruik.
Spuitpistool
1.
Bevestig de draagriem
[B]
aan de riembevestiging
[2,5]
op het spuitpistool.
2.
Monteer de luchtslang
[6]
stevig op de aansluiting
[C]
en het spuitpistool
[D]
.
3.
Draai het reservoir
[11]
los van het spuitpistool en plaats de aanzuigbuis zodat de
maximumhoeveelheid vloeistof kan worden aangezogen. Draai de aanzuigbuis naar voor bij werken
op horizontale oppervlakken
[E1]
. Draai de aanzuigbuis naar achteren bij werken boven het
hoofd
[E2]
.
4.
Vul het reservoir met de vloeistof en draai deze stevig op het spuitpistool.
5.
Plaats het spuitpistool in de pistoolhouder
[F]
.
6.
Regel de instelling van de spuitstraal op het spuitpistool.
Opgelet
: Zorg ervoor dat het toestel uitgeschakeld is voor u de spuitstraal instelt. De krachtige
straal kan persoonlijke letsels veroorzaken.
Afhankelijk van de toepassing, kunt u 3 verschillende spuitstralen instellen:
o
Gebruik voor verticale oppervlakken, een verticale spuitstraal
[1]
. Draai het luchtventiel
[9]
horizontaal en duw de vleugels naar omhoog (weg van de wartelmoer
[B]
), zodat de luchtgaten
naar de spuitkop gericht zijn.
o
Voor horizontale oppervlakken, gebruik een vlakke spuitstraal
[G2]
. Draai het luchtventiel
[9]
verticaal en duw de vleugels naar omhoog (weg van de wartelmoer
[B]
), zodat de luchtgaten
naar de spuitkop gericht zijn.
o
Voor hoeken, randen, en moeilijk bereikbare plaatsen, gebruikt u een ronde spuitstraal
[G3]
.
Duw de vleugels van het luchtventiel
[9]
naar beneden (tegen de wartelmoer
[8]
), zodat de
luchtgaten naar voren gericht zijn.
Opgelet
: Zorg er steeds voor dat
beide vleugels
omhoog of omlaag staan. Gebruik het
spuitpistool niet met 1 vleugel omhoog en 1 vleugel omlaag
[G4]
.
7.
Sluit de voedingskabel aan op een geschikt stopcontact.
8.
Plaats het toestel op een vlak en proper oppervlak. Zorg ervoor dat het toestel geen stof kan
aanzuigen dat de werking kan storen.
Of, hang het toestel met de draagriem over uw schouder.
9.
Gebruik de aan/uit-schakelaar
[4]
om het toestel in te schakelen.
10.
Neem het spuitpistool uit de pistoolhouder en richt deze op het te spuiten voorwerp.
Opmerking
: Voer eerst een spuitproef uit op een stuk karton bijvoorbeeld.
11.
Houd de trekker ingedrukt
[7]
, om de vloeistof te spuiten via de spuitkop
[10]
.
Opmerking
: Het spuitpistool heeft enige tijd nodig om de aanzuigbuis volledig met verf te vullen.
12.
Regel de druk met de fijninstelknop
[H]
: draai naar links om de druk te vermeerderen, draai naar
rechts om de druk te verminderen.
13.
Wanneer u klaar bent, plaats het spuitpistool terug in de houder, schakel het toestel uit en
ontkoppel van het lichtnet.
7.
Enkele tips
Gebruik het spuitpistool nooit zonder het reservoir
[11]
of met een leeg reservoir.
Gebruik het spuitpistool nooit zonder de luchtfilter
[1]
. Zonder de filter kan eventueel aangezogen
vuil de werking van het toestel verstoren.