CBP1_v2
PEREL
28
1.
Houd uw linkerarm gestrekt en de handpalm naar u toe gericht. Breng de polsband aan
zodanig dat het toestel aan de binnenkant van de arm is geplaatst.
2.
Plaats de rand van de polsband op een afstand van 0.5~1.5cm van de handpalm.
3.
Bevestig de klittenband evenwijdig en stevig rond de pols.
4.
Eenmaal de polsband correct geplaatst, druk beide klittenbanden stevig op elkaar.
13. De correcte meethouding
Het is belangrijk om een correcte houding aan te nemen voor u de
bloeddruk gaat opmeten. Houd daarom de arm op de hoogte van
het hart. Een hoger of lager geplaatste arm kan foute
bloeddrukwaarden met zich meebrengen.
1.
Plaats uw elleboog op de tafel. Zorg ervoor dat de polsband zich
op dezelfde hoogte bevindt als het hart.
2.
Richt de handpalm naar boven en ontspan uw hand.
14. De bloeddruk meten
1.
Druk op . De polsband wordt automatisch opgeblazen na de testprocedure. Het cijfer
0
verschijnt op het lcd-scherm.
Druk op om te meten wanneer het toestel al is ingeschakeld.
2.
De druk van de polsband loopt op tot ong. 160mmHg (ong. 40mmHg meer dan de gemiddelde
systolische bloeddruk). Het
↑
-symbool verschijnt op het scherm.
3.
De polsband wordt automatisch ontlucht van zodra hij de vereiste druk heeft bereikt. Het
↓
-
symbool verschijnt op het scherm. Het hartje knippert.
4.
De polsband wordt ontlucht van zodra de waarde op het scherm verschijnt. Het hartje stopt
met knipperen. De bloeddruk en de hartslag worden gedurende 2 minuten op het scherm
weergegeven.