108
Sectie 5
Installatie en demontage
De volgende algemene informatie beschrijft hoe de IntelliFlo
®
-pomp te installeren.
De IntelliFlo
®
pomp installeren
Alleen gekwalificeerd servicepersoneel mag de IntelliFlo
®
pomp installeren. Raadpleeg 'Belangrijke waarschu-
wingen en veiligheidsinstructies' op pag. 80 tot 82 voor bijkomende informatie over de installatie en de veilig-
heid.
Inhoud van de IntelliFlo
®
pomp kit
IntelliFlo
®
VSD pomp, deksel van bedradingscompartiment, pakking, schroeven, dichting, en de
Installatie- en Gebruikersgids (deze handleiding).
Plaats
1. Installeer de pomp zo dicht mogelijk bij het zwembad of bubbelbad. Om wrijvingsverliezen te verminderen
en het rendement te verbeteren, dient u korte en rechte aanzuig- en stuwleidingen te gebruiken.
2. Blijf minimum 1,52 meter (5 voet) weg van de binnenwand van het zwembad of bubbelbad. Of volg de
plaatselijke voorschriften.
3. Installeer de pomp op minstens 0,9 meter (3 voet) van de uitlaat van het verwarmingselement.
4. Installeer de pomp niet hoger dan 2,5 meter (8 voet) boven het waterpeil.
5. Installeer de pomp in een overdekte en goed geventileerde plaats beschermd tegen overdreven vocht, (d.w.z.
tegen regen, tuinsproeiers enz.).
6. Pompen van hot tubs en bubbelbaden mag u niet binnen de buitenmantel of onder de zijmantel van een hot
tub of bubbelbad installeren.
7. Installeer de pomp met achteraan een speling van ten minste 80 mm (3 inch) zodat de motor gemakkelijk
verwijderd kan worden voor reparatie en onderhoud.
Leidingstelsel
•
Hoe groter de diameter van de leiding, hoe beter. Breng een draaddichtingsmiddel aan rond de inlaat-
en uitlaataansluitstukken (mann. adapters).
•
Installeer geen haakse ellebogen onmiddellijk in de pompinlaat of -uitlaat. In de aanzuigleiding mag een
afsluiter, elleboog of T-stuk niet dichter bij de voorkant van de pomp aangebracht worden dan vijf keer
de diameter van de aanzuigleiding (d.w.z. een buis van 50 mm (2 inch) vereist een recht stuk van 250
mm (10 inch) voor de pompinlaat). Dit zal helpen om de pomp sneller te vullen waardoor ze langer zal
meegaan.
•
Aanzuigsystemen die zich in het water bevinden, dienen schuifafsluiters te hebben in de aanzuig-
en stuwleiding om het onderhoud te kunnen uitvoeren; de afstand van de schuifafsluiter in de
aanzuigleiding tot de pomp moet minimum vijf keer de diameter van de aanzuigleiding bedragen, zoals
hierboven beschreven.
Elektrisch
• De vaste bedrading moet voorzien zijn van een middel om ze af te sluiten, in overeenstemming met de
voorschriften.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet die vervangen worden om gevaren te vermijden.
• De pomp moet gevoed worden via een RCD-systeem (systeem voor reststroom) met een stroomsterkte
van niet meer dan 30 mA. Gebruik GFCI van type A of B.
Nederlands
Summary of Contents for INTELLIFLO 5PXF VSD
Page 235: ...233 NOTES...
Page 236: ...234 NOTES...
Page 237: ...235 NOTES...
Page 238: ...236 NOTES...
Page 239: ...237 NOTES...
Page 240: ...238 NOTES...
Page 241: ...239 NOTES...
Page 242: ...240 NOTES...