Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
6
Raadgevingen voor het gebruik
•
De kookplaten mogen niet zonder pannen aan staan.
•
De warmteoverdracht is het beste wanneer de bodem van
de pan en de kookzone gelijk van doorsnede zijn en de pan
op het midden van de kookzone is geplaatst.
•
De kook- en braadpannen mogen wel een grotere
doorsnede hebben dan de kookzone maar geen kleinere
omdat dit energieverlies veroorzaakt en de keramische
kookplaat wegens onjuiste warmteafvoer kan beschadigen.
•
De kook- en braadpannen indien mogelijk altijd met een
passend deksel afdekken.
•
Voor elke hoeveelheid voedsel moet een pan van de juiste
maat worden gebruikt. Een grotere, maar gedeeltelijk volle
pan verbruikt veel energie.
•
Stel bij het koken de kookzone tijdig in op een lagere stand
en schakel aan het einde van het koken de kookzone enkele
minuten eerder uit, om de nawarmte te benutten.
•
Pas altijd op, dat er genoeg vocht in de snelkookpan zit.
Door verdampen van het vocht en oververhitten kunnen de
pan en het fornuis beschadigen.
•
Een vuurvaste schaal met een speciaal geslepen bodem is
geschikt voor gebruik op keramische kookplaten, wanneer
hij overeenkomt met de doorsnede van de kookzone.
•
Volg bij het gebruik van speciale pannen de aanwijzingen
van de fabrikant op.
Raadgevingen voor het gebruik van de oven
•
Gebruik indien mogelijk donkere, zwart gelakte bakblikken,
bakblikken met een siliconenlaagje of geëmailleerde
bakblikken, omdat deze goed warmtegeleidend zijn.
•
Verwarm de oven alleen voor als dit in het recept of in de
tabellen van deze gebruiksaanwijzing is vermeld.
•
Bij het verwarmen van een lege oven wordt veel energie
verbruikt, daarom wordt bij het opeenvolgend bakken van
vele soorten gebak of pizza’s veel energie bespaard, omdat
de oven al warm is.
•
Tegen het einde van een langere baktijd kunt u de oven
ongeveer 10 minuten voor het einde van het bakken
uitschakelen. Zo bespaart u energie omdat de nawarmte
benut wordt.
Kookzones
Belangrijke waarschuwingen
•
De kookzones niet zonder pannen inschakelen en nooit voor
het verwarmen van de ruimte gebruiken!
•
Zorg ervoor dat de kookzones en de bodem van de pan
schoon en droog zijn, zodat een goede warmtegeleiding
mogelijk is en de kookzones niet beschadigd worden.
•
Op de kookzones kunnen oververhit vet en olie snel
vlamvatten. Maak daarom gerechten met vet of olie
(bijvoorbeeld gebakken aardappelen) voorzichtig en
onder voortdurend toezicht klaar.
Speciale waarschuwing in verband met de keramische
kookplaat
•
De keramische kookplaat is zeer bestendig, maar niet
onbreekbaar. Hij kan beschadigen door scherpe en harde
voorwerpen die op de oppervlakte vallen.
•
Wanneer de oppervlakte van de keramische kookplaat
barsten vertoont, mag u de kookzones niet gebruiken omdat
er gevaar voor stroomschokken bestaat. Schakel in dit geval
direct alle kookzones uit en verwijder de zekering of schakel
de hoofdzekering uit, zodat het fornuis volledig van het
elektriciteitsnet is uitgeschakeld. Bel de servicedienst.
•
Een zandkorrel of ruwe gietijzeren pannen kunnen krassen
op het patroon en de oppervlakte van de keramische
kookplaat veroorzaken.
•
Indien u de keramische kookplaat als plaats om iets neer te
zetten gebruikt, kunnen beschadigingen of krassen ontstaan.
Wegens smelt- of brandgevaar en gevaar van beschadiging
van de koopplaat mag u er in geen geval gerechten in
aluminium folie of kunststofschalen op opwarmen.
•
De roodgloeiende kookzone kan afhankelijk van de
gezichtshoek ook over de aangeduide plaats zichtbaar zijn.
Bediening van de kookzones
Schakel de kookzones in met de knoppen op het
bedieningspaneel. De symbolen naast de knoppen laten zien
bij welke kookzone ze horen. Het verwarmingsvermogen van
de kookzones kan continu (1-9) of trapsgewijze (1-6) ingesteld
worden. Het is zinvol de kookzone 3 - 5 minuten voor het einde
van het koken uit te schakelen en zo de nawarmte te benutten
en energie te besparen. In de tabel vindt u voorbeelden voor
het gebruik van de afzonderlijke vermogensfazen.
Fase
Geschikt voor
E
S
0
0
stand UIT, benutting van de nawarmte
1-2
1
op temperatuur houden, het voortzetten
van het koken van kleine hoeveelheden
(laagste vermogen)
3
2
het aan de kook houden
4-5
3
het aan de kook houden van grotere
hoeveelheden, het voortzetten van het
bakken/braden van grotere stukken
6
4
bakken, klaarmaken van bloemsaus
7-8
5
bakken/braden
9
6
het aan de kook brengen van het gerecht,
het bruinen en braden (hoogste vermogen)
E
= Energieregelaar (traploos)
S
= Stappenschahelaar
Kookvelden
De bediening van de kookzone met drie ringen
(alleen bij sommige modellen)
Bij de kookzone met drie ringen kan de
verwarmingsoppervlakte aan bepaalde afmetingen en vormen
van de pannen worden aangepast.
U schakelt het kookveld in en uit met de bijbehorende knop.
•
Het middelste kookveld schakelt u in door de knop van de
bijbehorende kookzone op het symbool voor de dubbele
verwarmingsring
te draaien. Daarna stelt u de gewenste
stand in.
•
De grote, derde, verwarmingsring schakelt u aan door de
knop van de bijbehorende kookzone tot het einde te draaien
(zie symbool
; u hoort "klik". Daarna stelt u de gewenste
stand in.
•
Alle verwarmingszones worden uitgeschakeld door de knop
in de "0" stand (Uit) te draaien.
