NL
III- Veiligheidsinstructies
NL
59
60
WAARSCHUWING!
Lees al deze instructies. Als u deze
instructies niet naleeft, kan dat een
elektrische schok, brand en/of ernstige
verwondingen tot gevolg hebben. De term
”elektrisch werktuig” verwijst in alle hieronder
vermelde waarschuwingen naar een
werktuig dat op het stroomnet aangesloten
wordt.
1. Lees deze instructies aandachtig door.
Maak u vertrouwd met de
bedieningselementen en het juiste
gebruik van de machine. Lees de
handleiding volledig door en zorg ervoor
dat u ze goed begrijpt. Leef alle
waarschuwingen en instructielabels na
die op het werktuig aangebracht zijn.
2. Gebruikers.
Laat nooit toe dat kinderen
of personen die niet vertrouwd zijn met de
instructies de grasmaaier gebruiken.
Plaatselijke reglementeringen kunnen
beperkingen opleggen inzake de leeftijd
van de gebruiker. Gebruik het werktuig
nooit onder invloed van alcohol,
geneesmiddelen of drugs.
3. Gebruik gepaste werktuigen.
Dit
apparaat is bedoeld voor het snijden van
gras en zachte plantengroei buiten en is
alleen bedoeld voor gebruik in een
persoonlijke tuin. Forceer kleine
werktuigen of accessoires niet om het
werk te doen van een zwaarder werktuig.
4. Houd de werkomgeving schoon.
Slordige werkomgevingen kunnen
ongevallen veroorzaken.
5. Houd rekening met de werkomgeving.
Stel het werktuig niet bloot aan te hoge
temperaturen of vocht. Gebruik het
werktuig niet in vochtige of natte
omstandigheden. Houd de
werkomgeving goed verlicht. Gebruik het
werktuig niet als er risico bestaat van
brand of explosie, bv. in aanwezigheid
van ontvlambare vloeistoffen en gassen.
6. Houd alle omstaanders, kinderen en
dieren uit de buurt.
De operator of de
gebruiker is verantwoordelijk als zich
ongevallen voordoen met andere
personen of als schade ontstaat aan hun
eigendom.
7. Trek passende kleding aan.
Draag
geen losse kleding of juwelen, want deze
kunnen verstrikt geraken tussen de
bewegende delen. Draag bij voorkeur
slipvaste schoenen om buiten te werken.
Draag een bescherming over uw haar
om lang haar uit de buurt te houden.
8. Bescherming van uw hoofd.
Draag
altijd een veiligheidsbril en
handschoenen. Gebruik een gelaats- of
stofmasker als de werkzaamheden stof
of rondvliegende deeltjes kunnen
produceren. Gebruik een
oorbescherming als het geluidsniveau
oncomfortabel lijkt.
9. Rek u niet te ver uit.
Zorg er altijd voor
dat u goed stevig en evenwichtig staat.
10.Wees alert en kijk naar wat u doet.
Gebruik uw gezond verstand bij het
bedienen van het werktuig. Gebruik het
werktuig niet als u vermoeid bent.
11.Houd het werktuig stevig vast.
De
gebruiker moet een hand op de
hoofdhandgreep houden en de andere
hand op de voorste handgreep. Houd uw
vinger uit de buurt van de trigger tot u
klaar bent voor het gebruik.
12.Verwijder de afstel- en moersleutels.
Controleer altijd of de afstel- en
moersleutels van het werktuig verwijderd
zijn voordat u het werktuig gebruikt.
13.Risico van snijwonden.
Probeer niet
om de snijdraden aan te raken of te
stoppen als deze nog in beweging zijn.
14.Trek de stekker uit.
Trek de stekker uit
het stopcontact als het werktuig niet in
gebruik is en voor service- of
onderhoudswerkzaamheden.
15.Kijk na of er geen delen beschadigd
zijn.
Controleer het werktuig op schade
voor u het verder gebruikt. Controleer ze
op een verkeerde afstelling of
ontregeling van de bewegende delen,
defecte onderdelen of andere
toestanden die een invloed kunnen
hebben op de werking van de machine.
Dit product niet gebruiken als er
onderdelen ontbreken of beschadigd
zijn. Laat eventuele beschadigde of
defecte delen repareren of vervangen
door een erkende service-agent.
Probeer nooit om schade zelf te
repareren.
16.Vermijd ongewild starten.
Draag het
werktuig niet zonder de stekker uit te
trekken en controleer of het werktuig
uitgeschakeld is.
17.Gebruik een verlengkabel die geschikt
is voor gebruik buiten als u het
werktuig buiten gebruikt.
Gebruik een
stroomkabel die geschikt is voor gebruik
buiten om het risico van een elektrische
schok te vermijden.
18.Als het gebruik van een elektrisch
werktuig in een vochtige omgeving
onvermijdelijk is, gebruik dan een
geaard stopcontact.
Gebruik een
geaard stopcontact om het risico van
een elektrische schok te vermijden.
19.Berg werktuigen die u niet gebruikt
goed op.
Werktuigen die niet gebruikt
worden, moeten opgeslagen worden op
een droge, afgesloten plaats buiten het
bereik van kinderen.
20.Onderhoud uw werktuigen goed.
Uw
werktuigen zullen beter en veiliger
werken als u ze schoon houdt en ze
goed onderhoudt. Volg de instructies
voor het onderhoud en voor het
vervangen van accessoires. Houd de
handvaten droog en schoon en vrij van
olie en vet.
21.Laat uw werktuig repareren door een
erkende service-agent.
Het werktuig is
gefabriceerd in overeenstemming met de
relevante veiligheidsreglementeringen.