74
NL
BE
snijdkanten geraken minder gekneld en
is gemakkelijker te bedienen.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toe-
behoren, gebruiksgereedschap enz.
in overeenstemming met deze aanwij-
zingen. Houd daarbij rekening met de
arbeidsomstandigheden en de uit te
voeren activiteit. Het gebruik van elekt-
risch gereedschap voor andere dan de
voorziene toepassingen kan tot gevaar-
lijke situaties leiden.
5) SERVICE
a) Laat uw elektrisch gereedschap uitslu-
itend door gekwaliiceerd, vakkundig
geschoold personeel en enkel met
originele reserveonderdelen repareren.
Daardoor wordt verzekerd dat de vei-
ligheid van het elektrische gereedschap
in stand gehouden wordt.
Veiligheidsinstructies voor
alle toepassingen
Algemene veiligheidsinstruc-
ties voor slijp-, draadborstel- en
doorslijpwerkzaamheden:
• Dit elektrische gereedschap is bedoeld
voor gebruik als slijp-, staalborstel- en
doorslijpmachine. Respecteer alle
veiligheidsinstructies, aanwijzingen,
beelden en gegevens die u samen met
het apparaat krijgt. Als u de volgende
aanwijzingen niet opvolgt, kunt u een
elektrische schok krijgen, kan er brand
en/of ernstig letsel ontstaan.
• Dit elektrische gereedschap is niet geschikt
voor het schuren met schuurpapier of voor
het polijsten. Toepassingen waarvoor het
elektrische apparaat niet bedoeld is, kun-
nen risico‘s en letsels veroorzaken.
• Gebruik geen accessoires die niet spe-
ciiek door de fabrikant zijn bedoeld en
aanbevolen voor dit elektrische apparaat.
Slechts omdat u het accessoire aan uw
elektrisch werktuig kunt bevestigen, garan-
deert dit nog geen veilig gebruik.
• Het toegelaten toerental van de aan te slu-
iten werktuigen moet minstens even hoog
zijn als het maximale toerental dat op het
elektrische werktuig is vermeld. Een
accessoire dat sneller draait dan toege-
laten, kan breken en in het rond vliegen.
• Buitendiameter en dikte van de aan te
sluiten werktuigen moeten overeenstem-
men met de vermelde afmetingen
van uw elektrisch werktuig. Verkeerd
gemeten plaatsingswerktuigen kunnen
niet voldoende worden afgeschermd of
gecontroleerd.
• Aan te sluiten werktuigen met interne
schroefdraad moeten precies passen op
de schroefdraad van de slijpas. Bij aan
te sluiten werktuigen die door middel
van een lens worden gemonteerd, moet
de diameter van het gat van de aan
te sluiten werktuigen op de diameter
van de lens passen. Aan te sluiten ge
-
reedschap dat niet precies aan het elek-
trisch werktuig wordt bevestigd, draait
ongelijkmatig, vibreert sterk en kan
leiden tot het verlies van de controle.
• Gebruik geen beschadigde aan te slu-
iten werktuigen. Controleer voor elk ge-
bruik de aan te sluiten werktuigen zoals
slijpschijven op afgebrokkelde splinters
en barsten, slijpschijven op barsten,
slijtage of sterke slijtage, draadborstels
op losse of gebroken draden. Als het
elektrische werktuig of het aan te sluiten
werktuig valt, controleer dan of het be-
schadigd is of gebruik onbeschadigde
aan te sluiten werktuigen. Als u de aan
te sluiten werktuigen hebt gecontroleerd
en geplaatst, is het nodig dat u en per-