Nederlands
59
3.
Algemene veiligheidsrichtlijnen
Om een veilig gebruik van het toestel te garanderen, gelieve alle veiligheids- en
gebruiksmaatregelen in deze handleiding op te volgen.
Ga voor gebruik na of de testkabel en het toestel onbeschadigd zijn en
probleemloos functioneren. (bv. aan bekende spanningsbronnen).
Het toestel mag niet meer gebruikt worden als de behuizing of de testkabels
beschadigd zijn, als een of meerdere functies uitvallen, als er geen werking
meer wordt weergegeven of als u vermoedt, dat er iets niet in orde is.
Als de veiligheid van de gebruiker niet kan worden gegarandeerd, moet het
toestel buiten bedrijf worden gezet en tegen gebruik worden beveiligd.
Bij het gebruik van dit toestel mogen de testkabels uitsluitend aan de
grepen achter de vingerbescherming worden aangeraakt - de testtoppen
niet aanraken.
Aard nooit bij het uitvoeren van elektrische metingen. Raak in geen geval
vrijliggende metalen buizen, armaturen enz. aan, die een aardingspotentiaal
kunnen hebben. Zorg voor isolatie van je lichaam door droge kleding,
rubberen schoenen, rubberen matten of andere gecontroleerde
isolatiematerialen.
Stel het toestel zo op, dat het bedienen van scheidingsinrichtingen naar het
net niet moeilijker wordt.
Laat nooit spanningen of stroom toe aan het meettoestel als die de
maximale waarde overschrijden die op het toestel zijn aangegeven.
Meet geen spanningen terwijl er op het schakelcircuit een motor wordt in-
of uitgeschakeld. Dat kan tot hoge spanningspieken en bijgevolg
beschadiging van het meettoestel leiden.
Raak nooit geleidende delen of kale draden aan.
Wees voorzichtig bij het werken op spanningen boven 60V DC, 30V AC RMS
of 42V AC piekwaarde. Deze spanningen kunnen levensbedreigend zijn!
Als de functie tijdens de meting moet worden gewijzigd, verwijdert u de
testtips uit de te meten cirkel.
Zodra het batterijsymbool of BATT op het display verschijnt, vervangt u de
batterij.
Summary of Contents for PAN Pocketmeter
Page 1: ...PAN Pocketmeter...
Page 2: ...2 F i g 1 F i g 2...