38
5 Gebruik
INFORMATIE
►
De dagelijkse draagtijd en de periode dat het product moet worden gedragen, worden
gewoonlijk bepaald door de arts.
►
De eerste keer dat het product wordt aangepast en gebruikt, dient dat te gebeuren door
resp. onder begeleiding van een vakspecialist volgens het voorschrift van de behandelend
arts.
►
Raadpleeg een arts, wanneer u bijzondere veranderingen constateert (bijv. verergering van
de klachten).
5.1 Maatkeuze
►
Kies de orthesemaat aan de hand van de omtrek van het bekken (zie de maattabel).
5.2 Aanpassen en aanbrengen
5.2.1 Aanpassen
Therapiefase 1 - Orthese gebruiken met overbruggingselement en steunelement (toe
stand bij aflevering)
1) Open de riemspanners (7) en de abdominale sluitingen (13).
2) Plaats de orthese rond de rug (zie afb. 1, zie afb. 2).
3)
Optioneel: omtrek en compressie aanpassen
Verwijder aan weerszijden de even brede, rechte zijdelen (10) en zet de abdominale sluitingen
(13) met behulp van het klittenband weer vast aan de orthese (zie afb. 3). De rode lijn dient
hierbij ter oriëntatie.
Optioneel:
gebruik de wigvormige zijdelen.
4)
Optioneel: pas de riem aan
De lengte van de riem (14) kan met behulp van de schuifgesp
(6) van de riemspanner (7) worden aangepast (zie afb. 4). Kort het uiteinde van de riem indien
nodig in met een schaar en las de snijkant.
Therapiefase 2 - Overbruggingselement verwijderen
►
Maak de montageadapter (3) van de houder van het overbruggingselement los door deze naar
links te draaien (zie afb. 5) en verwijder het overbruggingselement (2) (zie afb. 6).
Therapiefase 3 - Steunelement verwijderen
1) Om het steunelement (4) te verwijderen, maakt u de riemhouder (8) los door de bevestigings
clip (9) van de abdominale sluiting (13) te openen (zie afb. 7).
2) Haal het steunelement (4) met riem (14) van de orthese af (zie afb. 8).
3) Plaats de lumbale pelotte.
Controleer of de aangebrachte orthese in therapiefase 1 t/m 3 goed op zijn plaats zit en of de
compressie en de pasvorm in orde zijn.
5.2.2 Aanbrengen
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Lokale drukverschijnselen en afknellen van bloedvaten en zenuwen door verkeerd of te strak
aanbrengen
►
Zorg ervoor dat het product correct wordt aangebracht en goed op zijn plaats komt te zitten.
1) Breng de orthese zo aan, dat het steunelement (4) de rug over de gehele breedte bedekt (zie
afb. 1) en de rode lijn aan de binnenkant van de orthese zich aan de onderkant bevindt.
2) Om de orthese te sluiten, steekt u uw vingers in de vingergrepen van de abdominale sluitin
gen (13) (zie afb. 2).
Summary of Contents for Lumbo Tristep 50R30N
Page 2: ...1 2 3 4 5 6 2...
Page 3: ...7 8 9 10 11 12 3...
Page 85: ...85 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 5 cm 7 5 cm 10 cm 11 12 13 14 3 3 1 LWS...
Page 86: ...86 3 2 3 3 3 3 1 3 3 2 3 4 3 1 4 2 2 3 4 4 1 4 2...
Page 87: ...87 5 5 1 5 2 5 2 1 1 1 7 13 2 1 2 3 10 13 3 4 7 6 14 4 2 3 5 2 6 3 1 13 9 8 4 7 2 4 14 8 3 1 3...
Page 89: ...89 Lumbo Tristep 50R30N 2 Lumbo Tristep 3 1 1 2 4 3 4 5 6 7 8...
Page 90: ...90 9 10 5 cm 7 5 cm 10 cm V 11 12 13 14 3 3 1 3 2 3 3 3 3 1 3 3 2 3 4 3 1 4 2 2 3...
Page 91: ...91 4 4 1 4 2 5 5 1...
Page 93: ...93 3 13 4 5 30 C 6 ph 7 8 7 8 8 1 8 2 CE EU 2017 745 CE...
Page 94: ...94...
Page 95: ...95...