D
GB
NL
F
I
P
27
Foutieve activeringen
Om foutieve activeringen te vermijden moet de
montageplaats minstens 1 m van een lamp verwijderd
zijn. Bewegingen (bijvoorbeeld trillingen) van het
toestel hebben hetzelfde effect als bewegingen in
de registratiezone (bijvoorbeeld struiken, bloemen,
gordijnen, etc.) en kunnen tot verkeerde activeringen
leiden. Daarom moet het toestel vast gemonteerd
worden.
Schakelgedrag
Het betrouwbaarste schakelgedrag toont de beweging-
schakelaar wanneer de registratiezone dwars
2
en niet
frontaal
3
ten opzichte van de bewegingschakelaar
doorsneden wordt (zie afbeeldingen)
Elektrische aansluiting
Aansluitingsleidingen ongeveer 6-8 mm
4
isoleren en
op de volgende wijze aansluiten:
Zie aansluitingsbeelden
5
.
•
Fase L op klem L.
•
Schakel-/lampendraad op klem L↑.
•
Bij remote schakeling (manual AAN) de externe
toets op klem T aansluiten.
Aansluiting van verbruikers
Hoge inschakelstromen verkorten de levensduur
van het relais aanzienlijk. Zie hiervoor de technische
gegevens van de fabrikant van de lamp resp. van de
verlichting.
L
6-8MM
N
L
LA
L
L
L
T
2
3
4
5