69
Instructies voor de gebruiker
Werking
De accumulatiekachel wordt bediend via de knop
boven rechts op voorkant toestel, een lichte druk op
de knop laat deze uitspringen, een tweede druk zet
hem weer op zijn plaats, voorgeregeld op eender
welke positie.
Accumulatie
De accumulatiekachels Olsberg werken automatisch.
De oplaadthermostaat controleert het opladen en
houdt rekening met de nog beschikbare restwarmte.
Automatische oplaadthermostaat
De knop van de oplaadthermostaat moet altijd op de
maximale positie zijn (helemaal naar rechts) in de
lokalen die altijd gebruikt zijn. Indien de lading moet
verminderd worden in de minder gebruikte lokalen,
draai licht de knop naar links. Vergeet niet dat ieder
verandering alleen maar enkele dagen later effectief
wordt. Daarvoor is het aan te raden geen belangrijke
en plotselinge veranderingen te maken.
Manuele oplading
In dit geval wordt het opladen geregeld door de
regelknop op het toestel. Wanneer de gewenste
oplading bereikt is, onderbreekt de oplaadthermostaat
automatisch de stroomkring:
•
geen accumulatie:
draai de knop helemaal naar links
•
maximum accumulatie:
draai de knop helemaal naat rechts
De thermostaat onderbreekt de lading wanneer de
gewenste lading verkregen is.
Warmte afgifte
De warmte afgifte wordt beheerst door de omgevings-
thermostaat. Als de omgevingstemperatuur lager is
als de geprogrammeerde temperatuur, dan zal de
ventilator ingeschakeld worden totdat de temperatuur
van het lokaal hoog genoeg is.
Werking in de zomer
Plaats de oplaadthermostaat van de accumulator en
de omgevingsthermostaat op de minimale positie
gedurende de zomer. De centrale oplaadautomaat
moet onder spanning blijven, zoniet verliest men de
synchronisatie van het uurwerk in de oplaad-
automaat.
Advies voor energiebesparing
•
Verwarm alleen indien nodig.
•
Bewaar een omgevingstemperatuur van circa 20°C
indien mogelijk. Voor elke graad boven de 20°C
stijgen de verwarmingskosten met 6 à 7%. Onder
de 20°C spaart u deze energie.
•
Verwarm niet enkel met behulp van de statische
warmte afgifte van de accumulatiekachel, maar
gebruik tevens de ventilator. Indien nodig zet de
knop van de omgevingsthermostaat wat hoger
(draai naar links).
•
Gebruik indien mogelijk een automatische oplaad-
automaat voor het opladen van de kachels. Zo, zal
de kachel enkel de nodige oplading realiseren, om
voldoende te kunnen afgeven de volgende dag.
Een correct ingestelde oplaadautomaat is absoluut
noodzakelijk voor een zuinig gebruik en
aangenaam comfort.
•
Gedurende lange periodes zonder verwarming,
laat u liefst de temperatuur niet zakken onder de
10°C. Dit is energiebesparend, zonder
bevriezingsrisico's van leidingen e.d.
•
De permanente verluchting van een gebouw, door
de vensters op een kier te laten is te kostelijk.
Korte periodes van intense ventilatie, door de
vensters kompleet te openen, is te verkiezen.
Gedurende de ventilatieperiode zet u de
omgevingsthermostaat op minimum (volledig naar
links) zodanig dat de ventilatoren niet draaien.
•
Indien er trek is bij deuren en vensters moet u die
isoleren.
•
Sluit de rolluiken en andere luiken om warmte
verliezen te beperken bij de ramen.
•
Voor veiligheidsredenen, en om brandrisico's te
beperken moet men geen te lange gordijnen en
stores voorzien, die tot voor de accumulatiekachel
komen. Ook omdat die gordijnen de warmte
vrijgave in het lokaal beperken, verhogen de
warmte verliezen via de ramen en doen het
verbruik aan energie stijgen.
•
Het gebouw (muur, plafond enz.) en ook de
meubels in de kamer slorpen warmte op
gedurende langer tijd en geven die zeer traag af.
Houdt ermee rekening bij het instellen van uw
thermostaat en de nachtinstelling.
•
De vloer, plafond en muren vertegenwoordigen
een massa te accumuleren, waarmee rekening is
gehouden bij dimensionering van de toestellen.
Indien de nachtverlaging overdreven is, kan dit het
comfort bij dag kwaad doen.
Summary of Contents for 14/512
Page 11: ...11 Schaltplan 3 78 4514 5121...