4 NL
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
NL
5.3
AANSLUITING VAN DE HASPELAAR
- Schakel de laspost uit.
- Sluit de connector van de bedieningskabel aan zoals hi-
eronder aangeduid.
- Sluit de stroomkabel aan op een van de 2 smoorspoeluit-
gangen (Citomag 400), 3 smoorspoeluitgangen (Citomag
500).
- Sluit de aardingskabel aan.
5.4
AANSLUITING VAN DE GASAANVOER (OP DEREDU-
CEERKLEP)
De gasslang is aangesloten op
de kabelboom die de genera-
tor met de haspelaar verbindt.
U hoeft deze alleen aan te slui-
ten op de uitgang van de redu-
ceerklep op de gasfles zoals
hieronder weergegeven.
- Zet de gasfles op de achter-
kant van de generator en sjor
de fles vast met de riem.
- Draai de gasfles lichtjes open
en daarna weer dicht zodat
eventuele onzuiverheden kun-
nen ontsnappen.
- Monteer de reduceerklep/de-
bietmeter.
- Sluit de bijgeleverde gas-
slang aan op de uitgang van
de reduceerklep.
- Draai de gasfles open.
- Tijdens het lassen moet het
gasdebiet tussen 15 en 20 l/
min liggen.
OPGELET. DE GASFLES GOED VASTSJORREN MET DE
VEILIGHEIDSRIEM.
5.5
IN GEVAL VAN AUTOMATISCH GEBRUIK
Op connector B3 van de regelkaart (type 4-
pinnige ministekker) sluit u dit aan :
- ingang trekker tussen pinnen 1 en 2 op B3 -
deze ingang sluit u aan op een droog contact.
- uitgang spanningsrelais tussen pinnen 3 en
4 op B3 -uitgang type droog contact relais
max. 1A/42V.
6.0
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
6.1
KEUZE VAN DE LASDRAAD
U moet het soort draad en de diameter afstemmen op het metaal
dat u wilt lassen, maar ook het geschikte gas kiezen.
Tabel met belangrijkste bruikbare draden en gassen:
Afhankelijk van het toevoermetaal dat u gebruikt, moet u mis-
schien de polariteit van de lasspanning omkeren. U kunt die pola-
riteit aanpassen op het frontpaneel van de generator. Keuze van
de polariteit van de lasspanning :
Algemeen geval : staal en gevulde draad MIG-MAG
-polariteit op het werkstuk (aardingsklem)
+ polariteit op de toorts (kabelboom)
Voor bepaalde gevulde draden (basisch, SAF-FRODUAL Zn...)
+ polariteit op het werkstuk (aardingsklem)
- polariteit op de toorts(kabelboom)
De CITOMAG heeft 3 smoorspoeluitgangen: een voor
het CO2 lassen, de 2 andere voor het MIG/MAG-las-
sen met zuiver gas of gemengd gas.
Positie smoorspoel : zachte boog "natte" lasnaadrups
source
Positie smoorspoel : dynamische en penetrerende
boog arc
MAG-toepassing onder CO2...
Het gebruikte lasgas moet overeenstemmen met de lastoepas-
sing. Onderstaande tabel toont de belangrijkste gevallen en de
gassen die u met massieve draden kunt gebruiken.
Draad
Gas
500
(mm)
400
(mm)
Polar-
iteit
toorts
500
Polar-
iteit
toorts
400
Staal
Nertalic
70S
70A
ATAL 5
ARCAL 21
CO2
TERAL 23
0.8
à/to
1.6
0.8
à/to
1.6
+
+
Gevulde rutieldraad
SD 100
SD 127
SD 128
CO2
ATAL 5
ARCAL 21
1.0
1.2
1.6
2.4
1.0
1.2
1.6
+
+
Gevulde basische
draad
SD 31
SD400
ATAL 5
CO2
ATAL 5
1.0
1.2
1.6
2.4
1.0
1.2
1.6
- +
+
Gevulde draad
zonder messing
SD 200
SD 206
SD 207
SD 209
ATAL 5
ARCAL 21
1.0
1.2
1.6
2.4
1.0
1.2
1.6
+
+
Roestvrij staal
308
309
316
NOXALIC 12
ARCAL 12
0.8
à/to
1.6
0.8
à/to
1.6
+
+
Gevulde draad in
roestvrij staal
SD 650
SD 652
SD 654
ATAL 5
1.0
1.2
1.6
1.0
1.2
1.6
+
+
Aluminium
AG5
AG3
ARGON
1.0
1.2
1.6
2.4
1.0
1.2
1.6
+
+