ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT
Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals hieronder gespecificeerd.
De gebruiker van deze apparatuur moet ervoor zorgen dat de apparatuur in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteit
tegen
IEC 60601-1-2 Testniveau
Nalevingsniveau
(van deze bedie-
ningseenheid)
Elektromagnetische omgeving
Elektrostatische
ontlading, ESD
(IEC 61000-4-2)
Contactontlading:
± 8 kV
Luchtontlading:
± 15 kV
± 8 kV
± 15 kV
Vloeren moeten van hout, beton of
keramische tegels zijn. Als vloeren
met synthetisch materiaal zijn bedekt,
moet de relatieve luchtvochtigheid op
het niveau worden gehouden waarbij
de elektrostatische lading op een
aanvaardbaar niveau blijft.
Snelle
elektrische
transiënten/
bursts
(IEC 61000-4-4)
Voedingsleidingen: ± 2 kV
Voedingspoorten
gelijkstroomingang ± 2 kV
Signaalingang-/-uitgangsleidingen:
± 1 kV
± 2 kV
± 2 kV
± 1 kV
De netspanningskwaliteit dient van
het niveau van een commerciële of
ziekenhuisomgeving te zijn.
RF nabijheid
(IEC 61000-4-3)
385 Pulsmodulatie, 18 Hz
450 FM + 5Hz-afwijking: 1 kHz sinus
710
745
780 Pulsmodulatie: 217 Hz
810
870
930 Pulsmodulatie: 18 Hz
1720
1845
1970 Pulsmodulatie: 217 Hz
2450 Pulsmodulatie: 217 Hz
5240
5500
5785 Pulsmodulatie: 217 Hz
27 V/m
28 V/m
9 V/m
28 V/m
28 V/m
28 V/m
9 V/m
Apparaten met hoge RF-emissies
moeten op een afstand worden
gehouden die de kans op interferentie
zo klein mogelijk maakt.
Spanningspieken
op wisselstroom-
leidingen
(IEC 61000-4-5)
Algemene modus: ± 2 kV
Differentiële modus: ± 1 kV
± 2 kV
± 1 kV
De netspanningskwaliteit dient van
het niveau van een commerciële of
ziekenhuisomgeving te zijn.