NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
22
146 0594 000(4)2007-06 A
SW 700S B
Accu’s met externe acculader opladen
Controleer of de acculader geschikt is aan de hand van de instructies op het apparaat. De nominale spanning van de
acculader is 12 V.
WAARSCHUWING!
Gebruik een acculader die geschikt is voor het type accu dat is gemonteerd.
Ontkoppel de stekker (33) van de accu’s en sluit die op de externe acculader aan.
Sluit de externe acculader aan op het stroomnet.
Koppel na het opladen de externe acculader los van het stroomnet en van de stekker (33).
(Alleen voor WET-accu's) controleer het peil van de elektrolyt in de accu's (32). Vul eventueel bij via de doppen (38).
Sluit de stekker (33) van de accu's weer aan op de aansluiting op de machine.
Sluit de motorklep (31). De machine is klaar voor gebruik.
Accu’s met elektronische acculader opladen (optioneel)
(Alleen voor WET-accu's) controleer het peil van de elektrolyt in de accu's (32). Vul eventueel bij via de doppen (38).
Reinig (wanneer nodig) na het bijvullen van het peil de bovenkant van de accu's.
Laat alle doppen (38) open als u de accu’s daarna oplaadt.
Sluit de kabel van de elektronische acculader (35) aan op het stroomnet.
LET OP!
De spanning en frequentie van het stroomnet moeten gelijk zijn aan de waarden voor de elektronische acculader
(zie de handleiding van de elektronische acculader).
OPMERKING
Als de elektronische acculader op het stroomnet is aangesloten, worden alle functies van de machine automatisch
uitgeschakeld.
Als het groene lampje (62) brandt, zijn de accu’s opgeladen.
Zie voor meer informatie over de werking van de acculader (34) de betreffende handleiding.
Ontkoppel de stekker (35) van de elektronische acculader van het stroomnet en plaats deze terug op de machine.
(Alleen voor WET-accu’s) sluit alle doppen (38).
Sluit de motorklep (31). De machine is klaar voor gebruik.
CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE BEVEILIGINGSSCHAKELAAR VOOR OPENING VAN DE
MOTORKAP
Open met een uitgeschakelde motor de motorklep (7).
Probeer de motor te starten door de contactsleutel (61) op 'I' te zetten en controleer of de machine kan worden gestart. Zet de
contactsleutel (61) in ‘0’.
Sluit de motorklep (7).
Start de machine door de contactsleutel (61) op 'I' te zetten.
Open de motorklep (7) en controleer of de machine onmiddellijk wordt uitgeschakeld.
Zet de contactsleutel (61) in ‘0’.
Sluit de motorklep (7).
Als de machine blijft werken wanneer de motorklep (7) open staat, neem dan onmiddellijk contact op met een bevoegd
servicecentrum of uw leverancier.
CONTROLE / VERVANGING VAN DE ZEKERINGEN
Zet de machine op een vlakke ondergrond. Controleer of de machine niet uit zichzelf kan bewegen. Schakel waar aanwezig
het rempedaal (26) in.
Zet de contactsleutel (61) in ‘0’.
Open de motorklep (7).
Ontkoppel de connector van de accu’s (33).
Verwijder de bescherming en controleer/vervang de betreffende zekering:
F1
Hoofdzekering van 60 A (36)
F2
Zekering zijborstel van 15 A (37)
Voer de punten 3 en 4 in de omgekeerde volgorde uit.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
1.
2.
3.
4.
5.
6.