GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
RS 502
33019741(1)2009-03 A
27
VERVOER/BEWEGING
Gebruik voor het vervoeren/bewegen van de machine de als volgt beschreven haken en verankeringen.
LET OP!
Het verankeren van de machine moet worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
Beschikbare haken
De machine is uitgerust met de volgende haken:
1 trekhaak/verankering voor (1, Afb. B)
–
1 bevestigingshaak achter (2, Afb. B)
–
Verankering
Voer de volgende handelingen uit voor de verankering van de machine tijdens het vervoer:
De machine opstellen in verplaatsingmodus (zie de procedure in het betreffende deel).
–
Haal de contactsleutel uit de contactschakelaar (17, Afb. D).
–
Schakel de parkeerrem (7, Afb. E) in.
–
Sluit alle kleppen, schotten, enz.
–
Veranker de machine met de trekhaken voor en achter (1 en 2, Afb. B).
–
Bevestig de machine met twee geschikte banden (4 en 5, Afb. B) die respectievelijk in de houder (6) van de achteras en in de
–
voorste treeplanken rechts en links van de toegang naar de cabine (3) worden gestoken.
LANGE PERIODE VAN STILSTAND
Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, raden wij u het volgende aan:
Leeg de watertanks van de installatie voor stofbestrijding zoals beschreven in de speci
fi
eke paragraaf.
1.
Zet de machine in de ruststand; ga hierbij te werk zoals wordt beschreven in het deel Na gebruik van de machine.
2.
De machine opslaan in een gesloten, droge en schone ruimte die afgeschermd is van de weersomstandigheden en die voldoet
3.
aan de volgende omgevingswaarden:
Temperatuur: van +1°C tot +50°C
•
Vochtigheid: maximaal 95%
•
Ontkoppel de minpool van de accu (18, Afb. E).
4.
Behandel de dieselmotor zoals beschreven in de betreffende handleiding.
5.
LET OP!
Wanneer de machine wordt vervoerd of opgeslagen in koude omgevingen (bij een temperatuur rond of lager
dan 0 graden), moet u controleren of de watertanks leeg zijn en moet de houder van de water
fi
lter worden
gedemonteerd en afgetapt.
EERSTE GEBRUIKSPERIODE
Na de eerste gebruiksperiode (de eerste 8 uur) moet u de volgende handelingen uitvoeren:
Controleer of alle bevestigings- en aansluitingselementen nog goed vast zitten; controleer of alle zichtbare onderdelen nog intact
zijn en geen lekkage vertonen.
Voer na de eerste 50 werkuren, de controles en de voorziene vervangingen uit volgens het vastgelegde onderhoudsschema.