9
– Nederlands
NL
5.11 -
Functie “RDC”: afstelling van de trekkracht van de motor bij sluiting
Via deze functie kunt u voorkomen dat het doek na de sluitmanoeuvre te strak gespannen blijft. Tijdens de eindfase van deze manoeuvre wordt via deze functie
automatisch het trekkoppel van de motor verlaagd, op basis van de waarde van de fabrieksinstelling of de waarde die door de installeur is ingesteld via de volgende
procedure.
Let op!
– Deze functie is standaard actief, maar is niet van toepassing als de eindaanslagen via de handmatige procedure worden geprogrammeerd (paragraaf 5.6).
Voordat u met de procedure begint, rolt u het scherm half af.
01.
Houd de toetsen
n
en
s
tegelijkertijd ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toetsen los.
02.
Druk een aantal maal kort op de toets
s
, al naar gelang het niveau dat u wilt instellen voor de gevoeligheid van de motor:
1 maal drukken
= niveau 1,
standaard gevoeligheid (fabrieksinstelling)(
*
)
4 maal drukken
= niveau 4, maximale gevoeligheid
2 maal drukken
= niveau 2, minimale gevoeligheid
5 maal drukken
= niveau 5, functie uitgeschakeld
3 maal drukken
= niveau 3, middelhoge gevoeligheid
Na ongeveer 10 seconden voert de motor een aantal bewegingen uit, dat gelijk is aan het gekozen niveau.
Opmerking
– Als dit niet gebeurt, annuleert u de
procedure. Op deze wijze wordt de afstelling beëindigd zonder dat het in de fabriek ingestelde niveau wordt gewijzigd.
03.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
01
02
5
sec.
END
03
5
sec.
2
1
/
2
/
3
/
4
/
5
/
10
sec.
0,5
sec.
?
3
x 1
= standard sensitivity(
*
)
x 2
= minimum sensitivity
x 3
= medium sensitivity
x 4
= maximum sensitivity
x 5
= function deactivated
9
– Nederlands
x 1
= standaard gevoeligheid(
*
)
x 2
= minimale gevoeligheid
x 3
= middelhoge gevoeligheid
x 4
= maximale gevoeligheid
x 5
= functie uitgeschakeld
5.12 - Functie “FRT”
: automatische aanspanning van het doek bij opening voor schermen die
niet zijn uitgerust met een mechanisme dat het scherm bij opening blokkeert
Deze functie dient ter eliminatie van lelijke verzakkingen in het doek die zich kunnen vormen wanneer het scherm wordt geopend. De functie wordt geactiveerd door
stand “2” in de buurt van eindaanslag “1” te programmeren. De functie kan alleen worden gebruikt voor schermen die NIET zijn uitgerust met een mechanisme ter
blokkering van het doek in de openingsstand
. Wanneer de functie actief is, beweegt het scherm tijdens het gebruik van de automatisering omlaag tot de eindaanslag
Onder “1”, waarna het automatisch omhoog beweegt tot stand “2” (die via de volgende procedure geprogrammeerd is), waarmee het doek gespannen wordt. De
functie werkt ook wanneer er een instructie voor gedeeltelijk openen/sluiten wordt afgegeven. In deze gevallen stopt het scherm op de geprogrammeerde hoogte “H”,
waarna het automatisch omhoog beweegt tot het doek gespannen is.
Let op!
• De functie “FRT” kan alleen worden geprogrammeerd nadat de hoogten voor de eindaanslagen “0” en “1” afgesteld zijn. • Stand“2” moet zich tussen
eindaanslag “1” en eindaanslag “0” bevinden.
Voordat u met de procedure begint, rolt u het scherm half af.
01.
Druk op toets
t
en wacht tot de motor het scherm opent tot aan eindaanslag “1”.
02.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
03.
Houd de toets
s
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
04.
Houd de toets
s
opnieuw ingedrukt en wacht tot de motor 4 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
05.
Nu moet het doek gespannen worden door het benodigd aantal maal te drukken op toets
s
(bij elke druk op de toets beweegt het scherm enkele millimeters;
als de toets ingedrukt wordt gehouden, beweegt het scherm naar de stand “Iemand aanwezig”. Voor een exacte afstelling gebruikt u toets
t
).
Opmerking
– de
stand met gespannen doek is stand “2”.
06.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
01
04
02
05
5
sec.
03
5
sec.
0,5
sec.
“
1
”
“
1
”
2
5
sec.
“
2
”
“
1
”
“
2
”
2/3cm~
06
END
5
sec.
3
3
4
Opmerking
– Tijdens de uitvoering van de procedure kan de programmer-
ing op elk gewenst moment geannuleerd worden door de toetsen
n
en
t
gedurende 4 seconden tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als alternatief kunt
u ook op geen enkele toets drukken en 60 seconden wachten tot de motor 6
bewegingen uitvoert.
Opmerking
– Tijdens de uitvoering van de procedure kan de programmer-
ing op elk gewenst moment geannuleerd worden door de toetsen
n
en
t
gedurende 4 seconden tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als alternatief kunt
u ook op geen enkele toets drukken en 60 seconden wachten tot de motor 6
bewegingen uitvoert.
EINDE
EINDE
