Gebruiksaanwijzing
Quasar 6
42
8 Nauwkeurigheid
controleren
NL
De nauwkeurigheid van de laserstraal moet regelmatig worden gecontroleerd. Hiervoor is een vrij
meettraject van 10 m noodzakelijk. De controle gebeurt in twee controlestappen.
Controlestap 1
• Plaats
de
Quasar 6
zoals hiernaast is
afgebeeld en schakel het apparaat in. De
horizontale straal wordt automatisch
ingeschakeld.
• Markeer
punt
A
op de laserlijn.
• Draai
de
Quasar 6
180° en markeer
punt
B
op de laserlijn.
Controlestap 2
• Plaats
de
Quasar 6
zoals dit hiernaast
is afgebeeld.
• Richt
de
Quasar 6
op de markering
B
.
• Draai
de
Quasar 6
180°.
• Meet de loodrechte afstand
H
tussen de
markering
A
en de laserlijn
C*
.
• Is de loodrecht gemeten afstand
H
tussen
markering
A
en
C*
< 6 mm dan zit de
Quasar 6
binnen de tolerantie.
*
De
laserlijn
C
kan boven of onder de
markering
A
liggen.
Opmerking:
Ligt de loodrecht gemeten afstand
H
tussen markering
A
en de laserlijn
C
buiten de
tolerantie, moet de
Quasar 6
door een geautoriseerde klantenservice of door NEDO worden
gecontroleerd.
Controlestap 3
De
Quasar 6
ca. 5 m voor een lange wand
opstellen en het laserkruis exact op het midden
van de wand uitlijnen. Dan de laser 45° naar
links draaien en de hoogte van de horizontale
lijn op het rechter uiteinde van de lijn in het
midden van de wand markeren (A). Dan de
laser 90° naar rechts draaien (45° vanuit het
midden naar rechts) en het linker uiteinde van
de horizontale lijn in het midden van de wand
markeren (B). Het hoogteverschil tussen (A) en
(B) mag niet meer dan 3 mm bedragen.
