M1.1.SL30040-SL30040R.NLFREN 11122017
9
NL
TOOLS
7.2 Onderhoud
BELANGRIJK!
Maak zeker dat de takel ontkoppeld is van de stroomvoeding, alvorens reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
• 1 cyclus is een hefbeweging met een last. Een periodieke inspectie betekent een inspectie alle 100 cycli.
• Controleer regelmatig dat de eindeloopschakelaar en de rem goed functioneren. Maak de volgende test: Wanneer de
cilinder op de kabel de maximale hoogte bereikt, moet de plaat op de aanslag in contact komen met de drukknop, en
de motor stoppen. Wanneer de cilinder de grond raakt, moet de plaat op het remmechanisme in contact komen met de
drukknop van de rem, en de motor stoppen (test zonder last).
• Controleer regelmatig de voedingskabel en de kabel van de afstandsbediening.
• Controleer regelmatig dat de mechanische onderdelen niet losgedraaid zijn.
• De takel moet alle 30 cycli gecontroleerd worden, en de hefkabel moet in perfecte toestand zijn. Indien beschadigd, moet
deze vervangen worden door een kabel die met de bepaalde technische gegevens overeenstemt. De kabel moet stevig
bevestigd worden.
• Maak alle 1000 cycli de aanslag, de veer en de plaat goed vast.
• Controleer alle 1000 cycli dat de hijshaak en de aan de kabel bevestigde cilinder in perfecte toestand zijn, en dat de
kabel niet in de war of opgerold is.
• Alvorens de takel te gebruiken, controleer dat de noodstop knop en bedieningsknop correct functioneren.
• Controleer het remsysteem alle 1000 cycly. Als de motor een abnormaal geluid maakt, of als de takel de last niet kan
opheffen, moet het remsysteem gecontroleerd worden:
- Vervang de beschadigde of versleten onderdelen, en vul het onderhoudsboekje zorgvuldig in.
- Voor elk ander onderhoudswerk, contacteer de technische dienst van uw verdeler.
7.3 Onderdelen bestellen
Bij iedere onderdeelbestelling, gelieve de volgende informatie te vermelden:
• Model van de takel
• Artikelnummer
• Serienummer
• Omschrijving van het onderdeel
8 Opslag
Sla het apparaat en de accessoires buiten het bereik van kinderen, in een koele en droge plaats. De ideale opslagtemperatuur
bedraagt tussen 5 en 30 °C. Sla het apparaat in de originele verpakking op.
9 Verwijdering en recyclage
• Het apparaat wordt verpakt, om transportschade te voorkomen. Deze verpakking bestaat uit herbruikbare en
recycleerbare materialen.
• Het apparaat en de accessoires bestaan uit verschillende soorten materialen, zoals metaal en kunststof.
• De defecte onderdelen moet als speciale afval behandeld worden. Raadpleeg uw verdeler, om de verzamelplaatsen
van uw streek te kennen.
• Verwijder elektrische apparaten nooit met huisafval.
• In overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EV betreffende elektrische en elektronische apparaten, alsook
met de in uw land geldende voorschriften, moeten de oude apparaten gedemonteerd worden, en de verschillende
materialen gesorteerd, voor recyclage door gespecialiseerde bedrijven.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC