3
NL
TOOLS
M1.1.BVP80.NLFREN 18122017
5 Assemblage
1. Monteer een luchtkoppeling, niet meegeleverd, om het beschikbare luchtleidingsysteem aan te passen in de kleine
inlaatklep getoond in fig. 1.
2. Bevestig de dubbele uitlaathuls stevig aan de tank, zodat de verbinding luchtdicht is.
Tijdens het gebruik moet de hoekflens zich aan de draaghendelzijde (tegenovergestelde zijde van
de luchtstroom trekker) van de tank bevinden wanneer u met het wiel in horizontale positie (fig. 2)
werkt.
Om met het wiel in verticale positie te werken, moet de hoekflens zich aan de trekkerzijde (fig. 3)
bevinden.
3. Controleer de verbindingen van de manometer en van de veiligheidsklep.
6 Gebruik
6.1 Wiel in horizontale positie (fig. 2)
1.
De assemblage huls en hoekflens moet zich aan de tegenovergestelde zijde van de trekker bevinden. Zie ook 5.2.
2. Plaats het wiel met de band op een velgstandaard en klem het vast door de centrale naaf.
De band en het wiel mogen boven de grond zijn. De onderste hiel moet al correct gemonteerd zijn.
3. Sluit de luchtslang aan met de snelkoppeling en open de inlaatklep, om de tank onder druk te brengen, tot de werkdruk.
De normale werkdruk moet tussen 6 en 8 bar / 87 en 120 psi bedragen.
De nodige werkdruk is afhankelijk van de ervaring, de bandenmaat en de toestand van de band.
4. Met een hand op de draaghendel en de andere op de trekker, richt op de dubbele uitlaat, recht tegenover (*180°) de
klepsteel. Richt op het midden van de spleet, een hoek van 50° tot 70° ten opzichte van de verticaal, om de hoekflens
in contact met de velg te brengen, die nu als stop- of draaipunt dient. Plaats na het positioneren de benaderingshoek en
verplaats de twee uitlaatopeningen van ongeveer 40 mm weg, om een voortijdig contact met de band te voorkomen,
omdat deze snel uitzet met de kracht van de netlucht.
5. Breng een gelijkmatige luchtstroom in de klepsteel en zet tegelijk de twee uitlaatopeningen in de richting van het draaipunt
tussen de band en de velg.
6. Houd deze positie stevig vast en druk voorzichtig op de trekker met uw wijsvingen, waarbij u de lucht van de tank naar de
sleep tussen de band en de velg richt.
6.1.
Horizontal wheel mode. (fig.2)
6.1.1. The assembled unit barrel angle flange will be on the opposite side to the air release trigger. See also 5.2.
6.1.2. Place the wheel with tyre on to a proprietory rim stand and clamp in position through the central hub.
The tyre and wheel must be off the ground. The bottom bead must already be correctly seated.
6.1.3. Connect an air line to the "quick" coupling and open the intake valve to pressurise the receiver to the 'working pressure'.
Normal working pressure is from
87
to 1
20
psi /
6
to
8
bar.
The pressure required in the receiver will depend upon experience, the tyre size and the tyre condition.
6.1.4. With one hand on the carrying handle and the other on the trigger release handle, aim the twin outlets, directly opposite (*180°) the tyre
valve stem. Target the middle of the gap, an angle of 50° to 70° from the vertical to bring the angle flange into contact with the rim of
the wheel, now the stop or pivot point. Once positioned, keeping the angle of approach, move the twin outlets away
approximately 40mm to avoid premature contact with the tyre as it quickly expands with the force of mains air in 6.1.5..
6.1.5. Apply a steady flow of air into the valve stem whilst simultaneously returning the twin outlets toward the tyre and rim fulcrum position.
6.1.6. Hold this position firmly and gently press the air release trigger with your index finger, directing the receiver air into the gap between the
tyre
and rim.
6. OPERATION
6.2.
Vertical wheel mode. (fig.3)
6.2.1. The assembled unit barrel angle flange will be on the same side as the air release trigger. See also 5.2.
6.2.2. Place the wheel with tyre against a wall, for example.
The tyre must be off the wall and the back bead must already be correctly
seated.
Use
a wedge if required to set the bead.
6.2.3.
Connect an air line to the "quick" coupling and open the intake valve to pressurise the receiver to the 'working pressure'.
Normal working
pressure is from
87
to
120
psi /
6
to
8
bar.
The pressure required in the receiver will depend upon experience, the tyre size and
the tyre condition.
6.2.4. With one hand on the carrying handle and the other on the trigger release handle, aim the twin outlets, directly opposite (*180°) the tyre
valve stem. Target the middle of the gap, an angle of 50° to 70° from the horizontal to bring the angle flange into contact with the rim of
the wheel, now the stop or pivot point. Once positioned, keeping the angle of approach, move the twin outlets away approximately 40mm
to avoid premature contact with the tyre as it quickly expands with the force of mains air in 6.2.5..
6.2.5. Apply a steady flow of air into the valve stem whilst simultaneously returning the twin outlets toward the tyre and rim stop position.
6.2.6. Hold this position firmly and gently press the air release trigger with your index finger, directing the receiver air into the gap between the tyre
and rim.
6.3.
Notes for both horizontal and vertical process
6.3.1. If above procedure does not set the bead, repeat the procedure at a higher pressure or try with the receiver vertical in (fig.2); horizontal
in (fig.3).
6.3.2.
After the bead has set to the wheel, stop the air flow to the valve stem, fit a valve core in the stem, move the wheel assembly to a tyre
inflation cage and inflate the tyre to the manufacturer's recommended operating pressure.
6.3.3. * In some instances on smaller wheels it may be better to position the barrel closer to the valve stem (fig.4). See also 6.1.4 and 6.2.4.
Opening
Hoekflens
Luchtslang
Klepsteel
(Core verwijderd)
Luchtstroom
trekker
Wig (te gebruiken enkel als de sleep
tussen de band en de velg te groot is)
Velgstandaard
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC