MTD WOLF Alpha 95.165 H, Manual

Page: 85 / 284

85
Verhelpen van storingen
NL
Verhelpen van storingen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of materiële schade
¾
Bezoek bij twijfel altijd een gespecialiseerde werkplaats.
¾
Vóór elke controle of vóór werkzaamheden aan de maaimessen de machine uitschakelen.
¾
Bescherm uzelf tegen letsel, door vóór alle werkzaamheden aan de machine
-de motor uit te zetten,
-de contactsleutel te verwijderen,
-de parkeerrem in te schakelen,
-te wachten, tot alle bewegende onderdelen volledig tot stilstand zijn gekomen,
-te wachten, tot de motor is afgekoeld,
-de bougiestekker van de motor los te trekken, zodat onbedoeld starten van de motor wordt
voorkomen.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Startmotor draait niet.
Veiligheidsblokkeringssysteem is geacti-
veerd.
Op de bestuurdersstoel gaan zitten, het
rempedaal volledig intrappen, resp. de
parkeerrem inschakelen.
De PTO uitschakelen.
Monteer de grasvanginrichting of de
optionele leiplaat op de machine.
Accu niet correct aangesloten.
De rode kabel op de (+) pluspool van
de accu en de zwarte kabel op de (-)
minpool van de accu aansluiten.
Startmotor draait niet.
Lege of zwakke accu.
De accu controleren en opladen.
De accu indien nodig vervangen.
De zekering is aangesproken.
Vervang de zekering.
Wordt de zekering herhaaldelijk aange-
sproken, zoek dan de oorzaak (meestal
kortsluiting).
Loszittende massakabel tussen motor en
frame.
De massakabel aansluiten.
De startmotor draait, maar
de motor start niet.
Verkeerde stand van choke en gashendel. Activeer de choke. De gashendel om-
hoog zetten .
De carburateur krijgt geen brandstof,
brandstoftank leeg.
Brandstof bijvullen.
Defecte of vervuilde bougie.
Controleer de bougie (zie motorhand-
boek).
Geen ontstekingsvonk.
Laat de ontsteking in een gespeciali-
seerde werkplaats controleren.
Motor walmt.
Teveel motorolie in de motor.
De machine onmiddellijk uitschakelen.
Controleer het motoroliepeil.
Motor defect.
De machine onmiddellijk uitschakelen.
Laat de motor in een gespecialiseerde
werkplaats controleren.
Sterke trillingen.
Beschadigde mesas of defecte maaimes-
sen.
De machine onmiddellijk uitschakelen.
Laat defecte onderdelen in een gespeci-
aliseerde werkplaats vervangen.
Maaiwerk werpt geen gras
uit of slechte maaisnede.
Laag motortoerental. Geef meer gas.
Te hoge rijsnelheid. Een lagere rijsnelheid instellen.
Maaimessen stomp.
Laat de maaimessen in een gespeciali-
seerde werkplaats slijpen of vervangen.
Motor loopt, maaiwerk
maait niet.
V-riem gebroken.
Laat de V-riem in een gespecialiseerde
werkplaats vervangen.