MTD WOLF Alpha 95.165 H, Manual

Page: 82 / 284

82
Onderhoud
NL
Onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of materiële schade
¾
Onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden aan de
machine mogen alleen bij uitgeschakelde
motor worden uitgevoerd.
¾
De contactsleutel verwijderen en de
bougiestekker lostrekken.
¾
Wacht tot alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen en de motor is
afgekoeld.
¾
Grijp nooit in de roterende maaimessen.
¾
Laat reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden en het
vervangen van veiligheidselementen
alleen door een gekwalificeerd vakman
of door een gespecialiseerde werkplaats
uitvoeren.
¾
Laat het vervangen of slijpen van
de maaimessen alleen door een
gespecialiseerde werkplaats uitvoeren.
¾
Reinig de machine en alle aanbouwdelen
en toebehoren na elk gebruik.
Machine reinigen
Let op!
¾
Gebruik
geen
hogedrukreiniger voor het reinigen
van de machine.
Î
Zet de machine op een stevige en vlakke onder-
grond.
Î
De parkeerrem inschakelen.
Î
Reinig de machine met een borstel, een hand-
veger of een poetslap.
Maaiwerk reinigen
GEVAAR!
Scherpe, bewegende
maaigereedschappen
Â
Letselgevaar
¾
Draag veiligheidshandschoenen.
¾
Reinig de maaigereedschappen
voorzichtig.
¾
Houd er rekening mee dat een beweging
van een maaigereedschap het draaien
van andere maaigereedschappen kan
veroorzaken.
Let op!
Er kan brandstof in de verbrandingsruimte lopen.
Â
Motorschade
¾
Kantel de machine niet meer dan 30°.
Î
Breng het maaiwerk in de bovenste positie.
Î
Reinig de maaiwerkruimte met een borstel, een
handveger of een poetslap.
Maaiwerk met reinigingsmondstuk
(optioneel)
W
Reinigen
Î
Zet de machine op een stevige en vlakke onder-
grond.
Î
De parkeerrem inschakelen.
Î
Bevestig een waterslang met een gangbare snel-
koppeling op het reinigingsmondstuk.
Î
Start de motor.
Î
Het maaiwerk laten zakken en inschakelen.
Î
Motor en maaiwerk enkele minuten laten draaien.
Î
Motor en maaiwerk uitschakelen.
Aanwijzing
Indien aanwezig, deze stappen voor het
tweede reinigingsmondstuk herhalen.
Drogen
Î
Breng het maaiwerk in de bovenste positie.
Î
De motor starten en het maaiwerk inschakelen.
Î
Om het maaiwerk te drogen, motor en maaiwerk
enkele minuten laten draaien.
Î
Motor en maaiwerk uitschakelen.
Grasvanginrichting reinigen
Let op!
¾
De separate bedieningshandleiding van de
grasvanginrichting opvolgen.
Î
De grasvanginrichting verwijderen en legen.
Î
Reinig de grasvanginrichting met een krachtige
waterstraal (bijv. met een tuinslang).
Î
Laat de grasvanginrichting grondig drogen voor
het volgende gebruik.
Machineonderhoud
Î
De onderhoudsvoorschriften in het motorhand-
boek opvolgen.
Î
De machine aan het einde van het seizoen door
een gespecialiseerde werkplaats laten controleren
en onderhouden.
Aanwijzing
Bij het verversen van olie de afgewerkte olie
inleveren bij een inzamelpunt voor afgewerk-
te olie of bij een recyclingbedrijf.