5.2 Radiomodule
Schakel de radiomodule in met de toets POWER
(22). Op het display (7) verschijnt eerst 8888, dan de
laatst ingestelde ontvangstfrequentie. De radiomo-
dule moet steeds extra worden ingeschakeld, ook na
een stroomonderbreking of als u de versterker met
de netschakelaar (26) uit- en opnieuw inschakelt.
Stel het geluidsvolume in met de toetsen VOLUME
(23); deze moet telkens na het inschakelen opnieuw
worden ingesteld.
5.2.1 Zender opslaan
U kunt 5 FM- en 5 middengolfzenders opslaan:
1) Selecteer het ontvangstbereik met de toets AM /
FM (18). Dit wordt links op het display (7) weer-
gegeven:
FM = UKW
AM = middengolf
2) Houd de toets UP of DOWN (19) ingedrukt tot de
zenderzoekfunctie vooruit of achteruit start.
3) De zenderzoekfunctie stopt bij de eerstvolgende
zender. Start de zoekfunctie zo vaak als nodig is
om de gewenste zender te vinden.
4) Als de zenders erg dicht bij elkaar liggen, voert u
eventueel een fijninstelling door: druk slechts
even op de toets UP of DOWN, zodat de ont-
vangstfrequentie in kleine stappen verhoogt of
verlaagt, tot de ontvangstkwaliteit optimaal is.
5) Om op te slaan, drukt u op de toets MEMORY
(20). Op het display knippert helemaal rechts een
horizontaal balkje.
6) Druk op de zendertoets M1 – M5 (21), waaronder
de zender moet worden opgeslagen. Het display-
bericht OK bevestigt het opslaan.
7) Herhaal de bedieningsprocedure voor alle
andere op te slagen zenders. De zenders blijven
max. een week lang opgeslagen, als de verster-
ker is uitgeschakeld.
5.2.2 Opgeslagen zenders oproepen
Selecteer eerst het ontvangstbereik met de toets
AM/ FM (18) [wordt links op het display aangeduid]
en dan de gewenste zender met de betreffende zen-
dertoets M1 – M5 (21). Het nummer van de inge-
stelde zender verschijnt helemaal rechts op het dis-
play.
5.3 Cd-speler
Op de cd-speler kunnen gewone audio-cdʼs worden
afgespeeld, en ook zelf gebrande cdʼs (cd-r). Bij her-
beschrijfbare cdʼs (cd-rw) kan het afspelen naarge-
lang het cd-type en gebruikte cd-brander echter pro-
blematisch verlopen. U kunt ook gecomprimeerde
audiobestanden (gemaakt met de momenteel popu-
lairste compressiemethoden) van cdʼs en via de
USB-interface (11) afspelen.
5.3.1 Opmerking bij geluidsonderbrekingen
en leesfouten
Sigarettenrook en stof dringen makkelijk in alle ope-
ningen van de cd-speler en zet zich ook af op de
optische onderdelen van het laser-aftastsysteem.
Mocht deze afzetting tot leesfouten en klankstorin-
gen leiden, dan moet het apparaat door een gekwa-
lificeerd vakman worden gereinigd. De kosten voor
deze reiniging draagt de koper, ook tijdens de garan-
tietermijn!
5.3.2 Track afspelen
1) Schakel de cd-speler met toets
(17) in. Hij moet
steeds extra worden ingeschakeld; ook na een
stroomonderbreking of als u de versterker met de
netschakelaar (26) uit- en opnieuw inschakelt.
2) Open de cd-lade (1) met de toets
(4) en plaats
een cd met het label naar boven in de lade. Sluit
de cd-lade met de toets . Na het inlezen (dis-
playbericht
) start de 1ste track automatisch
[displaybericht (b)].
3) Bijkomend of als alternatief kunt u een USB-stick
of een harde schijf (evt. met eigen voeding) in de
USB-aansluiting (11) pluggen resp. met de USB-
aansluiting verbinden.
4) Om te wisselen tussen de USB-aansluiting en
een cd drukt u op de toets CD / USB (14).
5) Stel het geluidsvolume van de cd-speler in met
de toetsen
en
(16) [displaybericht
…
].
6) U kunt het afspelen nu op elk moment onderbre-
ken met de toets
(13) [het displaybericht (c)
verschijnt; de looptijd (h) knippert] en weer starten.
7) Om een andere track te selecteren, drukt u even
op de toets
(3) [een track vooruit springen] of
op de toets
[naar het begin van de track
terugkeren; bij elke verdere druk op de toets een
track terugspringen]. Bij cdʼs met meerdere map-
pen (niet bij standaard audio-cdʼs) worden de
tracks in onderstaande volgorde afgespeeld en
ge selecteerd:
1. alle tracks zonder mappen op het hoofdniveau
(root directory)
2. alle tracks in mappen op het hoofdniveau
3. alle tracks in submappen etc.
8) Tijdens het afspelen kan binnen een track snel
vooruit of achteruit worden gezocht. Houd de
toets
ingedrukt om vooruit te zoeken, de toets
om achteruit te zoeken.
9) Wenst u het afspelen voortijdig te beëindigen,
druk dan op de toets
(2).
5.3.3 Herhalingsfuncties en willekeurig afspelen
1) Als de track moet worden herhaald, druk dan een
keer op de toets
(15). Op het display ver-
schijnt REP (a).
2) Wenst u alle tracks van de cd te herhalen, druk
dan een tweede keer op de toets
. Op het dis-
play wordt nu REP ALL (e) weergegeven.
5.2 Radio
Conecte la radio con el botón POWER (22). Primero
aparece 8888 en el visualizador (7), luego la última
frecuencia de recepción ajustada. La radio siempre
tiene que conectarse adicionalmente, también des-
pués de un fallo de corriente o cuando el amplifica-
dor sólo se ha desconectado y conectado con el
interruptor de corriente (26). Seleccione el volumen
con los botones VOLUME (23); esto tienen que rea-
justarse cada vez que se conecta el aparato.
5.2.1 Memorización de emisoras
Pueden memorizarse 5 emisoras FM y 5 AM:
1) Seleccione el nivel de recepción con el botón
AM / FM (18). Se muestra en la parte izquierda del
visualizador (7):
FM
AM
2) Mantenga pulsado el botón UP o DOWN (19)
hasta que el escaneo de emisoras avance o
retroceda.
3) El escaneo de emisoras se para en la siguiente
emisora. Reinicie el escaneo hasta que aparezca
la emisora deseada.
4) Si las emisoras están muy juntas, haga un ajuste
fino, si es necesario: Use el botón UP o DOWN
sólo brevemente hasta que la frecuencia de
recepción aumente o reduzca en pequeños pasos
hasta que la calidad de recepción sea óptima.
5) Pulse el botón MEMORY para la memorización
(20). Parpadea un segmento horizontal en la
parte derecha del visualizador.
6) Pulse el botón de emisora M1 – M5 (21) en el que
quiera memorizar la emisora. El visualizador con-
firma el procedimiento de memorización con la
indicación OK.
7) Para memorizar las demás emisoras, repita los
pasos. Las emisoras permanecen memorizadas
hasta 1 semana cuando el amplificador está apa-
gado.
5.2.2 Activar emisoras memorizadas
Primero seleccione la zona de recepción con el
botón AM / FM (18) [se muestra en la parte izquierda
del visualizador] y luego la emisora deseada con el
correspondiente botón de emisora M1 a M5 (21). El
número de la emisora ajustada se muestra en la
parte derecha del visualizador.
5.3 Lector CD
En el lector CD se pueden reproducir CDs de audio
estándar, incluyendo aquellos CDs que haya creado
usted mismo (CD-R). Sin embargo, pueden apare-
cer problemas durante la reproducción de CDs
regrabables (CD-RW), según el tipo de CD, de
copiador y de programa de creación. También pue-
den reproducirse archivos de audio comprimidos
(creados con el procedimiento de compresión más
común actualmente) de CDs y mediante la interfaz
USB (11).
5.3.1 Nota respecto a las interrupciones
de sonido y errores de lectura
El humo del tabaco y el polvo pueden penetrar fácil-
mente a través de todas las ranuras del aparato y
posarse en las ópticas del sistema láser. Si estos
restos provocan errores de lectura e interrupciones
de sonido, el personal cualificado tiene que limpiar
el aparato. Esta limpieza tiene un coste, incluso
durante el periodo de garantía.
5.3.2 Reproducción de pistas
1) Conecte el lector CD con el botón
(17). Tiene
que conectarse adicionalmente, también des-
pués de un fallo de corriente o cuando el amplifi-
cador sólo se ha desconectado y conectado con
el interruptor de corriente (26).
2) Abra la bandeja del CD (1) con el botón
(4) e
inserte un CD con la cara escrita hacia arriba.
Cierre la bandeja con el botón
. Después de la
lectura (indicación
), se inicia la primera pista
automáticamente [indicación
(b)].
3) Adicionalmente o como alternativa, puede inser-
tarse un lápiz USB o un disco duro (si es nece-
sario, con alimentación propia) en la conexión
USB (11) o conectado a ella.
4) Para cambiar entre la conexión USB y un CD,
pulse el botón CD / USB (14).
5) Ajuste el volumen del lector CD con los botones
y (16)
[indicación
… ].
6) La reproducción puede interrumpirse con el
botón
(13) en cualquier momento [aparece la
indicación
(c); el tiempo de reproducción (h)
parpadea] y continuar de nuevo.
7) Para seleccionar otra pista, pulse brevemente el
botón
(3) [para avanzar una pista] o el botón
[vuelta al inicio de la pista, cada vez que se
pulsa el botón, se retrocede 1 pista más]. Con un
CD con varias carpetas (no para CDs de audio
estándar), las pistas se reproducen y se selec-
cionan en el siguiente orden:
1. Todas las pistas sin carpeta en el directorio
raíz
2. Todas las pistas en las carpetas del directorio
raíz (root directory)
3. Todas las pistas en subcarpetas, etc.
8) Durante la reproducción, puede avanzar y retro-
ceder rápidamente en una pista. Para el avance,
mantenga pulsado el botón
, para el retro-
ceso, el botón
.
9) Para parar la reproducción, pulse el botón
(2).
5.3.3 Funciones de repetición
y reproducción aleatoria
1) Para repetir la pista actual, pulse el botón
(15)
una vez. En el visualizador se muestra REP (a).
2) Para repetir todas las pistas del CD, pulse el
botón
una segunda vez. En el visualizador
aparece ahora REP ALL (e).
19
E
NL
B