2
Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat is in overeenstemming met alle
vereiste EU-Richtlijnen en is daarom geken-
merkt met
.
Let eveneens op het volgende:
Bij het gebruik van de afdekhulzen (13) is
het apparaat conform IP 67 beschermd en
kan het ook buiten worden gebruikt. Vermijd
echter uitzonderlijk koude en warme plaat-
sen (toegestaan omgevingstemperatuurbe-
reik: 0 – 50 °C).
Verwijder het vuil van de behuizing alleen
met een zachte evt. licht bevochtigde doek.
Gebruik zeker geen chemicaliën of schuur-
middelen.
Als de geldende veiligheidsvoorschriften bij
het gebruik met spanningen boven 42 V niet
worden nageleefd of in geval van ongeoor-
loofd of verkeerd gebruik, foutieve aanslui-
ting, verkeerde bediening, overbelasting of
van herstelling door een niet-gekwalificeerd
persoon vervalt de garantie en de aanspra-
kelijkheid voor hieruit resulterende materi-
ële of lichamelijke schade.
3
Toepassingen
Deze automatische digitale multimeter met
een 29 mm groot LCD-display (weergave tot
4000) dient voor het meten van:
–
spanningen tot 1000 V /~
–
stroomwaarden tot 10 A /~
–
frequenties tot 10 MHz
–
weerstandswaarden tot 40 MΩ
–
capaciteiten tot 200
µ
F
Bovendien kunt u de relatieve pulsduur van
elektrische signalen en de doorlaatspanning
van dioden meten. Voor de doorgangsmeting
is een zoemer beschikbaar.
4
Ingebruikneming
1) Voor het inschakelen van het instrument,
plaatst u de draaischakelaar (10) van stand
OFF naar de gewenste functie. Mochten er
op het display (6) geen gegevens verschij-
nen, breng dan een batterij aan (
hoofd-
stuk 4.1).
2) Klap de opstellingsbeugel aan de achter-
zijde evt. open voor een betere afleesstand.
3) Plaats de draaischakelaar na gebruik weer
in de stand OFF.
Het apparaat schakelt ook automatisch uit,
als het 15 minuten lang niet wordt gebruikt.
Eén minuut voordat het apparaat automa-
tisch uitschakelt, weerklinken vijf korte sig-
naaltonen, bij het uitschakelen een langere
toon. Om opnieuw in te schakelen, drukt u op
een toets of beweegt u de draaischakelaar.
4.1 De batterij aanbrengen
of vervangen
Als er na het inschakelen geen gegevens ver-
schijnen op het display (6) of als het symbool
links op het display een verbruikte batterij aan-
geeft, moet u een 9 V-blokbatterij aanbrengen
resp. de batterij vervangen.
1) Klap aan de achterzijde de opstellingsbeugel
omhoog en verwijder beide middelste schroe-
ven voor het deksel van het batterijvakje.
2) Neem het deksel weg en breng een 9 V-blok -
batterij aan zoals aangegeven in het vak.
3) Sluit het batterijvak weer af.
Als de detector voor een langere periode niet ge-
bruikt wordt, moet u de batterijen eruit nemen.
Zo vermijdt u dat het apparaat eventueel wordt
beschadigd door uitlopen van de batterij.
Wanneer het apparaat definitief uit be-
drijf wordt genomen, bezorg het dan
voor milieuvriendelijke verwerking aan
een plaatselijk recyclagebedrijf.
Geef lege of defecte batterijen niet met het
gewone huisvuil mee, maar verwijder ze als
KGA (bijvoorbeeld de inzamelbox in de ge-
specialiseerde elektrozaak).
WAARSCHUWING
Met dit apparaat kunnen
levensgevaarlijke span-
ningen worden gemeten.
Bij het meten van span-
ningen vanaf 42 V dient u
uiterst zorgvuldig te werk
te gaan!
1. Draag veiligheidshandschoenen als be-
scherming tegen elektrische schokken.
2. Let er bij het aanbrengen van de meetcon-
tacten op dat u uw vingers achter de af-
schuifbeveiliging plaatst.
3. Bij beschadigingen van het meettoestel of
de meetsnoeren mag u geen metingen uit-
voeren. Beschadigde meetsnoeren moe-
ten door originele meetsnoeren worden
vervangen.
37
NL
B