158
10. Ingebruikname van de zender
In deze gebruiksaanwijzing wijzen de cijfers in de tekst steeds op de afbeeldingen die er naast of
midden in het hoofdstuk staan. Kruisverwijzingen naar andere afbeeldingen worden met het betreffen-
de nummer van de bijbehorende afbeelding aangegeven.
a) Plaatsen van de batterijen/accu´s
Voor de stroomvoorziening van de zender heeft u 8 alkalinebatterijen nodig (bijv. Conrad bestelnr.: 652507, verpakt
per 4, 2x bestellen) of accu's van het formaat mignon (AA). Om ecologische en ook economische redenen raden wij
altijd aan accu´s te gebruiken. Via een ingebouwde laadbus kunnen deze indien nodig in de zender worden opgeladen.
Ga voor het plaatsen van de batterijen of accu´s als volgt te werk:
• Het batterijvak (afb. 1, pos. 13) bevindt zich aan de onderzijde van de zender. Druk op het gedeelte van het
batterijvakdeksel waar een pijl op staat aangegeven en schuif het deksel in de richting van de pijl van het vak.
• Plaats de 8 batterijen of accu’s in het batterijvak. Houd hierbij in ieder geval rekening met de juiste polariteit van de
cellen (let op plus/+ en min/-). Zie ook de markeringen in het batterijvak.
• Schuif het deksel weer op het batterijvak.
b) Zenderaccu's opladen
• Bij het gebruik van accu's kunt u bij een uitgeschakelde zender een laadkabel op de laadbus (zie afbeelding 1, pos.
10) aansluiten en de accu's in de zender opladen. Let hierbij absoluut op de poolrichting van de aansluitstekker; zie
afb. naast de laadbus.
Het binnenste contact van de laadbus moet met de plus-aansluiting (+) en het buitenste contact met de min-aansluiting
(-) van het laadapparaat worden verbonden.
• De laadstroom dient ca. 1/10 van de capaciteit van de geplaatste accu´s te bedragen. Bij accu´s met een capaciteit
van 2000 mAh bedraagt de laadstroom ca. 200 mA en de laadtijd ca. 14 h.
Omdat een beschermdiode in de laadstroomkring van de zender geïntegreerd is, kunnen geen opladers
gebruikt worden die de laadstroom kort onderbreken om de actuele accuspanning te meten. In dit
geval dienen de accu´c voor het opladen uit de zender te worden genomen.
Let op!
U mag de oplader alleen aansluiten als er accu´s (1,2V/cel) in de zender zijn geplaatst. Probeer nooit
om batterijen (1,5V/cel) met een oplader weer op te laden. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Om beschadigingen van de interne geleiders en aansluitingen te voorkomen, dient u geen snelladers te gebruiken.
De laadstroom mag 200mA niet overschrijden (let op opschrift naast de laadbus).
Summary of Contents for 20 72 54
Page 200: ...198 ...
Page 201: ...199 ...