69
7. Proefdraaien
7.1. Voordat u gaat proefdraaien
X
Controleer nadat u de binnen-en buitenapparaten, inclusief pijpen en
bedrading, volledig heeft geïnstalleerd het geheel op lekken van koelstof,
losse elektrische contacten in voeding of besturingsbedrading en polariteit
en controleer of er geen verbreking van een fase in de voeding is.
X
Controleer met behulp van een megohmmeter van 500 volt of de weerstand
tussen de netspanningsaansluitpunten en de aarde minimaal 1,0 M
Ω
bedraagt.
X
Voer deze test niet uit op de aansluitpunten van de besturingsbedrading
(laagspanningscircuit).
Waarschuwing:
U mag de airconditioner niet gebruiken als de isolatieweerstand minder dan
1,0 M
Ω
bedraagt.
7.2. Proefdraaien
7.2.1. Afstandsbediening met draad
■
Lees de bedieningshandleiding voordat u gaat proefdraaien. (Met name de veiligheidsinstructies)
Stap 1
Schakel de stroom in.
●
Afstandsbediening: Het systeem wordt in de opstartmodus gezet, het AAN/UIT-lampje van de afstandsbediening gaat groen knipperen en het bericht “PLEASE WAIT”
(EVEN GEDULD) knippert. Terwijl het lampje en bericht knipperen, kan de afstandsbediening niet worden gebruikt. Wacht tot “PLEASE WAIT” (EVEN GEDULD)
is verdwenen voordat u de afstandsbediening gebruikt. Na het inschakelen van de afstandsbediening is het bericht “PLEASE WAIT” (EVEN GEDULD) ongeveer 2
minuten zichtbaar.
●
Bedieningspaneel van binnenunit: LED 1 gaat branden, LED 2 gaat branden (als het adres 0 is) of gaat uit (als het adres niet 0 is), en LED 3 gaat knipperen.
●
Bedieningspaneel van buitenunit: LED 1 (groen) en LED 2 (rood) gaan branden. (Wanneer het systeem uit de opstartmodus komt, gaat LED 2 uit.) Als het
bedieningspaneel van de buitenunit gebruikmaakt van een digitaal display, worden om de seconde beurtelings [- ] en [ -] weergegeven. Als het paneel na het uitvoeren
van stap 2 en de daaropvolgende stappen niet goed werkt, kan dit te wijten zijn aan een van de volgende oorzaken. Ga na of dit het geval is en los eventuele
problemen op.
(De volgende symptomen treden op in de modus “Test run” (Proefdraaien). “Startup” (Opstarten) in de tabel heeft betrekking op het bovenvermelde LED-display.)
Symptomen in modus “Test run” (Proefdraaien)
Oorzaak
Display van afstandsbediening
LED-display van bedieningspaneel van buitenunit
< > duidt digitaal display aan.
“PLEASE WAIT” (EVEN GEDULD) wordt weerge-
geven en de afstandsbediening werkt niet.
Na de weergave van “startup” (opstarten) gaat
alleen het groene lampje branden. <00>
• Na aanzetten is 2 minuten lang “PLEASE WAIT” (Een ogenblik
geduld) zichtbaar terwijl het systeem wordt opgestart. (Dit is
normaal.)
Na aanzetten is 3 minuten lang “PLEASE WAIT”
(EVEN GEDULD) zichtbaar, waarna een foutcode
wordt weergegeven.
Na de weergave van “startup” (opstarten) gaan
het groene en rode lampje beurtelings eenmaal
knipperen. <F1>
• Onjuiste verbinding van het aansluitblok (buiten) (R, S, T en
S
1
, S
2
, S
3
.)
Na de weergave van “startup” (opstarten) gaan het
groene en rode lampje respectievelijk eenmaal en
tweemaal beurtelings knipperen. <F3, F5, F9>
• Het aansluitstuk voor het beschermingsapparaat van de
buitenunit is open.
Het display blijft leeg terwijl de afstandsbedie-
ning met de AAN/UIT-toets is aangezet. (Het
bedrijfslampje brandt niet.)
Na de weergave van “startup” (opstarten) gaan het
groene en rode lampje respectievelijk tweemaal en
eenmaal beurtelings knipperen. <EA. Eb>
• Onjuiste bedrading tussen de binnen- en buitenunit (polariteit
is verkeerd voor S
1
, S
2
, S
3
).
• Snoer van de afstandsbediening is te kort.
Na de weergave van “startup” (opstarten) gaat
alleen het groene lampje branden. <00>
• Er is geen buitenunit met adres 0. (Het adres is een ander
nummer dan 0.)
• Het snoer van de afstandsbediening is niet goed aangesloten.
Het display wordt geactiveerd maar gaat snel
weer uit, zelfs bij gebruik van de afstandsbe-
diening.
Na de weergave van “startup” (opstarten) gaat
alleen het groene lampje branden. <00>
• Na het annuleren van een geselecteerde functie is de
apparatuur ongeveer 30 seconden buiten bedrijf. (Dit is
normaal.)
Stap 2 Zet de afstandsbediening op “Test run” (Proefdraaien).
1
Selecteer “Test run” (Proefdraaien) in het Service-menu en druk op de toets
[SELECTEREN]. (Fig. 7-1)
2
Selecteer “Test run” (Proefdraaien) in het Test run-menu (Proefdraaien) en druk
op de toets [SELECTEREN]. (Fig. 7-2)
3
Het proefdraaien gaat van start en het scherm Test run (Proefdraaien) wordt
weergegeven.
Stap 3 Voer het proefdraaien uit en controleer de luchtstroomtemperatuur en automatische waaierinstelling.
1
Druk op de functietoets [F1] om de bedieningsstand te wijzigen. (Fig. 7-3)
Koelstand: controleer of er koude lucht uit de unit wordt geblazen.
Verwarmingsstand: controleer of er warme lucht uit de unit wordt geblazen.
2
Druk op de toets [SELECTEREN] om het scherm voor waaierinstelling (Vane)
weer te geven en druk op de functietoetsen [F1] en [F2] om de automatische
waaierinstelling te controleren. (Fig. 7-4)
Druk op de [TERUG]-toets om terug te gaan naar het scherm Test run
(Proefdraaien).
F1
F2
F3
F4
Cool
Pipe
Auto
Switch disp.
Mode
Fan
Remain
Test run
Fig. 7-3
F1
F2
F3
F4
u
n
e
m
e
c
i
v
r
e
S
r
o
s
r
u
C
:
u
n
e
m
n
i
a
M
Test run
Input maintenance info.
Function setting
Check
Self check
Fig. 7-1
F1
F2
F3
F4
Test run menu
Cursor
Service menu:
Test run
Drain pump test run
Fig. 7-2
F1
F2
F3
F4
Remain
Vane
Fig. 7-4
Stap 4 Controleer of de ventilator van de buitenunit goed werkt.
De snelheid van de ventilator van de buitenunit wordt geregeld om de prestaties van de unit te controleren. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur draait de ventilator
langzaam en wordt de snelheid alleen verhoogd als de prestaties ontoereikend zijn. Het kan dus gebeuren dat de ventilator door windvlagen ophoudt met draaien of in de
tegenovergestelde richting gaat draaien, maar dit is geen probleem.