51
NL
6. Afvoerleiding aansluiten
Voorzie voor de afvoerleidingen voldoende isolatie en anti-zweetvoorzieningen
om dauwdruppels te voorkomen.
6.1. Afvoerleiding specificaties
Model
Item
PFFY-WP·VMS1-E
15 · 20 · 25 · 32 · 40 · 50
Afvoerleiding
Buitendiameter ø 20
6.2. Afvoerleiding
[Fig. 6.2.1] (P.3)
A
Afvoerleiding (Buitendiameter ø32)
6.3. Afvoerleidingwerk
•
Zorg ervoor dat de afvoerleiding naar beneden loopt (met een helling van
tenminste 1/100), naar buiten (lozing). Monteer geen stankafsluiter of andere
onregelmatigheid in de leiding.
•
Zorg ervoor dat kruiselings gemonteerde afvoerleiding niet langer is dan
20 m (het hoogteverschil niet meegerekend). Voor lange afvoerleidingen
moet u een steunbeugel monteren om zakken van de leidingen te voorko-
men. Monteer nooit een ontluchtingspijp, omdat anders het afvalwater eruit
kan komen.
•
Gebruik een harde PVC-pijp VP-25 (buitendiameter ø32 mm) voor de afvoer-
leidingen.
•
Zorg ervoor dat de verzamelleidingen 10 cm lager dan de afvoeruitlaat van
het apparaat zijn gemonteerd.
•
Monteer geen stankafsluiter op de afvoeruitlaatopening.
•
Zorg ervoor dat u de uitlaat van de afvoerleiding zo monteert dat deze geen
stank veroorzaakt.
•
Doe het uiteinde van de afvoerleiding niet in een afvoer waar zich ionische
gassen ontwikkelen.
[Fig. 6.3.1] (P.3)
Juiste gemonteerde leidingen
Onjuist gemonteerde leidingen
A
solatie (9 mm of dikker)
B
Naar beneden lopende helling (1/100 of groter)
C
Steunbeugel
K
Luchtuitlaat
L
Opstaand
M
Stankafsluiter
Gegroepeerde leidingen
D
Buitendiameter PVC-LEIDING Buitendiameter ø32
E
Maak dit zo lang mogelijk. Ongeveer 10 cm.
F
Binnenapparaat
G
Maak de leidingen langer zodat deze kunnen worden gegroepeerd.
H
Naar beneden lopende helling (1/100 of groter)
I
Buitendiameter PVC-LEIDING Buitendiameter ø38 voor gegroepeerde leidin-
gen. (9 mm of dikkere isolatie)
J
Max. 550 mm
N
Afvoerleiding (accessoire)
O
Horizontaal of licht naar boven hellend
1. Steek de afvoerleiding (accessoire) in de afvoeruitlaat (insteekmarge:
25 mm).
(De afvoerleiding mag niet meer dan 45° worden verbogen om breken of
verstopping te voorkomen.)
(Bevestig de leiding met lijm en borg haar met de band (klein, accessoire).)
2. Bevestig de afvoerleiding (buitendiameter PVC-LEIDING Buitendiameter
ø32, zelf aan te schaffen).
(Bevestig de buis met lijm in het geval van een harde PVC-buis, en zet deze
vast met het band (klein, accessoire).)
3. Breng isolatiemateriaal aan op de afvoerleiding (buitendiameter PVC-LEI-
DING Buitendiameter ø32) en op de bus (inclusief kniestuk).
4. Controleer de afwatering. (Raadpleeg [Fig. 6.4.1])
5. Bevestig het isolatiemateriaal (accessoire) en borg haar met de band (groot,
accessoire) om de afvoeruitlaat te isoleren.
[Fig. 6.3.2] (P.3)
A
Binnenapparaat
B
Klemband (accessoire)
C
Zichtbaar deel
D
Insteekmarge
E
Afvoerleiding (accessoire)
F
Afvoerleiding (buitendiameter PVC-LEIDING Buitendiameter ø32, zelf aan te
schaffen)
G
Isolatiemateriaal (zelf aan te schaffen)
H
Klemband (accessoire)
6.4. Afwatering bevestigen
u
Controleer dat het aanvoermechanisme op een normale manier het wa-
ter afvoert en dat er geen water uit de verbindingsstukken lekt.
•
Controleer bovenstaande als het apparaat de omgeving verwarmt.
•
Controleer bovenstaande voordat plafonds in nieuwbouw worden gemon-
teerd.
1. Verwijder de klep van de watertoevoeropening die zich aan dezelfde kant
bevindt als de leidingen van het binnenapparaat.
2. Vul de waterpomp met een watertank met water. Controleer dat u het uit-
einde van de pomp of tank tijdens het vullen in een afvoerbak steekt. (Als
het uiteinde er niet goed is ingestoken, dan kan er water over de machine
stromen.)
3. Voer een test met het apparaat in koelmodus uit of sluit de connector aan op
de ON-zijde van de SWE-schakelaar op de printplaat voor de besturing van
de binnenunit. (De afvoerpomp en de ventilator moeten zonder afstands-
bediening worden bediend.) Gebruik een transparante leiding zodat u kunt
controleren of het water wordt afgevoerd.
SWE
SWE
<OFF>
<ON>
Connector
OFF ON
OFF ON
4. Als u de controle hebt uitgevoerd, annuleer dan de testmodus en schakel
de stroom uit. Als de connector is aangesloten op de ON-zijde van de SWE-
schakelaar, maakt u deze los en verbindt u deze met de OFF-zijde. Vervol-
gens brengt u de klep van de watertoevoeropening in de oorspronkelijke
positie aan.
SWE
SWE
<ON>
<OFF>
Connector
OFF ON
OFF ON
[Fig. 6.4.1] (P.3)
A
Steek het uiteinde van de pomp 2 to 4 cm in het apparaat.
B
Verwijder de watertoevoeropening.
C
Ongeveer 2000 cc
D
Water
E
Vulopening
F
Schroef
[Fig. 6.4.2] (P.3)
<Printplaat besturing binnenunit>