nl
nl
Fig. 6-2
5
6
7
4
8
D
E
F
C
6.3. Stand voor afzonderlijke instellingen 1
(Fig. 6-2, Fig. 6-3)
U kunt ook functies naar wens instellen voor de
binnenunit die u wilt gebruiken.
1) Bedrijfsstandinstelling (De fabrieksinstelling is
01.)
1. Druk op de toets
5
.
• De bedrijfsstand
C
gaat knipperen.
2. Druk op de toets
4
om het instellingsnum-
mer
D
te selecteren.
Bedrijfsstand-
weergave
C
Instellings-
nummer
D
Bedrijfsstand-
weergave
C
Instellings-
nummer
D
01
05
02
06
03
07
04
* Als de instelling onjuist is, drukt u op de toets
6
en herhaalt u de procedure vanaf
stap 1.
2) Instelling van ventilatorsnelheid (De fabrieksin-
stelling is 01.)
1. Druk op de toets
7
.
• De ventilatorsnelheid
E
gaat knipperen.
2. Druk op de toets
4
om het instellingsnum-
mer
D
te selecteren.
Weergave van ventilator-
snelheid
E
Instellingsnum-
mer
D
(4 snelheden)
01
(3 snelheden)
02
(2 snelheden)
03
(1 snelheid, geen)
04
* Als de instelling onjuist is, drukt u op de toets
6
en herhaalt u de procedure vanaf
stap 1.
3) Instelling van verticale luchtstroomrichting (De
fabrieksinstelling is 01.)
1. Druk op de toets
8
.
• De luchtstroomrichting
F
gaat knipperen.
2. Druk op de toets
4
om het instellingsnum-
mer
D
te selecteren.
Luchtstroomrichting
F
Instel-
lingsnum-
mer
D
Met automatische
waaier
Zonder automatische
waaier
(Met waaier, op en neer)
(Met waaier, op en neer)
01
(Met waaier, niet op en neer)
(Met waaier, niet op en neer)
02
Geen weergave (geen waaier) Geen weergave (geen waaier)
03
* Als de instelling onjuist is, drukt u op de toets
6
en herhaalt u de procedure vanaf
stap 1.
8
6. Functie-instellingen
VH79A034H01_IB_IM_04nl.indd 8
2021/06/01 13:23:46
134