5
nl
3. Gebruik
■
Raadpleeg de handleiding van de afstandsbediening voor informatie over het gebruik ervan.
3.1. Aan- en uitzetten
[AAN] [UIT]
■
Geheugen bedieningsstatus
Instelling afstandsbediening
Bedieningsstand
Bedieningsstand voordat de apparatuur werd uitgeschakeld
Vooraf ingestelde temperatuur Vooraf ingestelde temperatuur voordat de apparatuur werd
uitgeschakeld
Ventilatorsnelheid
Ventilatorsnelheid voordat de apparatuur werd uitgeschakeld
■
Instelbaar bereik vooraf ingestelde temperatuur
Bedieningsstand
Bereik vooraf ingestelde temperatuur
Standaard
Koelen op 14 °C *1, *2
Cool/Dry (Koelen/Drogen)
19 – 30 °C
14 – 30 °C
Heat (Verwarmen)
17 – 28 °C
17 – 28 °C
Auto
19 – 28 °C
17 – 28 °C
Fan/Ventilation
(Ventilator/Ventilatie)
Niet instelbaar
Niet instelbaar
Opmerking:
Zelfs als u direct na het uitzetten van de airconditioner op de AAN/UIT-toets drukt, moet u 3 minuten wachten voordat het apparaat wordt gestart.
Dit is om te voorkomen dat interne onderdelen schade oplopen.
3.2. Kiezen van de bedieningsstand
Telkens wanneer u op de functietoets [F1]
drukt, worden de volgende bedrijfsstanden
doorgebladerd.
Selecteer de gewenste bedrijfsstand.
Cool
Dry
Fan
Auto
Heat
Koelen
Drogen
Verwarm
Ventilator
• Bedieningsstanden die niet beschikbaar
zijn voor de aangesloten buitenunit wor-
den niet weergegeven op het display.
Wat betekent het als het standpictogram knippert
Het standpictogram knippert wanneer andere binnenunits in het zelfde
koelsysteem (aangesloten op dezelfde buitenunit) al werken in een
andere stand. In dat geval, kan de rest van de units in dezelfde groep
alleen in dezelfde stand werken.
<Dubbele instelling>
Opmerking:
• Afhankelijk van de buitenunit die wordt aangesloten, is het mogelijk
dat deze functie niet instelbaar is.
Als de werkingsmodus is ingesteld op de modus “Auto” (tweevoudig
instelpunt), kunnen twee vooraf ingestelde temperaturen (één elk voor
koeling en verwarming) worden ingesteld. Afhankelijk van de kamertem-
peratuur, zal de binnenunit automatisch werken in ofwel de modus “Cool”
(Koelen) of “Heat” (Verwarm) en de kamertemperatuur binnen het vooraf
ingestelde bereik houden.
Raadpleeg de handleiding van de afstandsbediening voor informatie over
het gebruik.
Cool
Room
Auto
Set temp.
Mode
Temp.
Fan
Fri
F1
F2
F3
F4
Druk op de [AAN/UIT] -toets.
Het AAN/UIT-lampje gaat groen
branden en het systeem wordt inge-
schakeld.
Wanneer “Oplichten van LED’s” op
“Nee” is ingesteld, gaat het AAN/UIT-
lampje niet branden.
Druk weer op de [AAN/UIT] -toets.
Het AAN/UIT-lampje gaat uit en het
systeem stopt.
*1 Dit is beschikbaar wanneer de binnenunit is aangesloten op een van de specifi eke buitenunits.
*2 Functie-instelling moet worden gewijzigd. In de installatiehandleiding wordt beschreven hoe u dit doet.
Automatisch bedrijf
<Enkele instelling>
■
Uitgaande van een ingestelde temperatuur, begint het koelbedrijf als de
ruimtetemperatuur te hoog is en begint het verwarmingsbedrijf als de
ruimtetemperatuur te laag is.
■
Bij automatisch bedrijf schakelt de airconditioner over naar koelbedrijf
als de ruimtetemperatuur verandert en 15 minuten lang minstens 2,0 °C
boven de ingestelde temperatuur blijft. Op dezelfde wijze schakelt de
airconditioner over naar verwarmingsbedrijf als de ruimtetemperatuur
15 minuten lang minstens 2,0 °C onder de ingestelde temperatuur blijft.
Koelen
15 minuten (schakelt van verwarmen
over naar koelen)
Ingestelde tempe2,0 °C
Ingestelde temperatuur
Ingestelde temperatuur -2,0 °C
15 minuten (schakelt van koelen
over naar verwarmen)
RG79F446H02_04nl.indd 5
4/10/2021 9:48:58 AM
082