36
Bedieningshandleiding MR6401 CPR-sensor
Als de CPR-sensor met batterij gedurende langere tijd wordt opgeborgen, moet de CPR-sensor
worden opgeslagen bij een temperatuur van 25 °C ± 5 °C en een relatieve vochtigheidsgraad
(niet-condenserend) tussen 50% en 60%.
Een CPR-sensor met batterij dient om de drie maanden volledig te worden ontladen en weer
opgeladen. Zorg dat de batterij voor elk gebruik volledig wordt opgeladen.
We adviseren u om de batterij om de twee jaar te vervangen.
Basisbewerkingen
1. Nieuwe klevende tape voor CPR aanbrengen.
Open de verpakking met de klevende tape voor CPR en verwijder het papier om de tape met de
klevende zijde op het bevestigingsstuk van de CPR-sensor aan te brengen.
2. De CPR-sensor aanzetten.
Alleen de CPR-sensor met batterij beschikt over een slaapstand. In dit geval kunt u de CPR-sensor
aanzetten door deze te schudden of samen te drukken of door deze te verbinden met een
Mindray-defibrillator of Mindray-monitor die de CPR-functie ondersteunt.
3. Bevestig de CPR-sensor.
a. Bereid de huid van de patiënt voor, scheer haren indien nodig af. Maak de borst van de patiënt
volledig schoon als deze bebloed is.
b. Verwijder het papier van de klevende tape voor CPR.
c. Positioneer de CPR-sensor op de onderste helft van het sternum, zodat het compressiegebied
op het midden van de borst ligt.
WAARSCHUWING
●
Gebruik de CPR-sensor niet op een open wond of recente incisieplaats.