76
* Neem a.u.b. onmiddelijk contact op met uw arts wanneer dit of
enig ander probleem vaker optreedt.
9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
m
Veiligheid en bescherming
Volg de instructies voor correct gebruik. Deze documentatie
voorziet u van belangrijke bedienings- en veiligheids
-
voorschriften betreffende dit apparaat. Lees de documentatie
zorgvuldig door vóór ingebruikname van het apparaat en
bewaar het voor latere raadpleging.
Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel
zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt
door onjuist gebruik.
Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voor
-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedien
-
ingsvoorschriften in acht, zoals beschreven in het hoofdstuk
De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden
behandeld.
Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is
aangebracht.
Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het
beschadigd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruike
-
lijks constateert.
Open het apparaat nooit.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para
-
grafen van dit boekje.
De gemeten resultaten met dit apparaat stellen geen diagnose.
Het vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer
symptomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het
meetresultaat, neem altijd de overige symptomen in beschou
-
wing, evenals de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd
contact opnemen met uw arts.
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling,
indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen.
m
Contra-indicaties
Gebruik dit apparaat niet als de toestand van de patiënt aan de
volgende contra-indicaties voldoet, om onnauwkeurige metingen
of verwondingen te voorkomen.
Het apparaat is niet bedoeld voor het meten van de bloeddruk
bij pediatrische patiënten jonger dan 12 jaar (kinderen,
zuigelingen of pasgeborenen).
De aanwezigheid van significante hartritmestoornissen tijdens
de meting kan de bloeddrukmeting verstoren en de betrouw
-
baarheid van de bloeddrukmetingen beïnvloeden. Overleg met
uw arts of het apparaat in dit geval geschikt is voor gebruik.
Het apparaat meet de bloeddruk met behulp van een drukman
-
chet. Als de ledematen die gemeten worden verwondingen
hebben (bijvoorbeeld open wonden) of onder omstandigheden
of behandelingen (bijvoorbeeld intraveneuze infusie) waardoor
het ongeschikt is voor contact met het oppervlak of druktoe
-
passing, gebruik het apparaat dan niet om verergering van de
verwondingen of omstandigheden te voorkomen.
Bewegingen van de patiënt tijdens de meting kunnen het meet
-
proces verstoren en de resultaten beïnvloeden.
«Err 5»
Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar
en daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«Err 6»
MAM Modus Er waren teveel fouten tijdens het
meten in MAM mode, wat het onmo
-
gelijk maakt om een betrouwbaar
resultaat weer te geven. Lees de
controlelijst door voordat u betrouw
-
bare metingen verricht en herhaal dan
de metingen.
«HI»
Hartslag of
manchetdruk
te hoog
De druk in de manchet is te hoog
(boven 299 mmHg) OF de hartslagfre
-
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«LO»
Polsslag te
laag
De hartslagfrequentie is te laag
(minder dan 40 slagen per minuut).
Herhaal de meting.*
Fout
Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
Summary of Contents for BP B3 AFIB
Page 89: ...87 Microlife BP B3 AFIB GR 9 m H m 12 Err 6 MAM MAM HI 299 mmHg 200 5 LO 40...
Page 90: ...88 m m...
Page 99: ...m m 5 HF MRI CT 97 Microlife BP B3 AFIB AR...
Page 108: ...9 m m 12 Err 5 Err 6 MAM MAM HI 299 mmHg 200 5 LO 40 106...
Page 109: ...m m 5 ME HF MRI CT EN60601 1 2 2015 HF 0 3 107 Microlife BP B3 AFIB FA...