Dutch – 151
Tandwielkasten
•
Om ervoor te zorgen dat uw aandrijfsysteem juist blijft
werken, dient u de tandwielkasten en het gebied rond de
aandrijving schoon en vrij van ophoping van afval te
houden. Reinig twee keer per seizoen onder de
aandrijfkap.
•
De tandwielkasten zijn in de fabriek tot het juiste niveau
gevuld met smeermiddel. De enige keer dat u het
smeermiddel dient na te kijken, is als er onderhoud is
uitgevoerd aan de tandwielkast.
•
Bij normaal gebruik is de grasopvangbak onderhevig
aan slijtage en veroudering. Controleer de
grasopvangbak regelmatig op slijtage of veroudering.
Vervang de zak alleen door graszakken die voldoen aan
de aanbevelingen en specificaties van de fabrikant.
Waterreinigingsfunctie
Uw gazonmaaier is uitgerust met een accessoire waarmee u
snel en eenvoudig de onderkant van de behuizing reinigt. Let
op, er stroomt water, gras en andere resten uit de behuizing
aan de onderkant van de gazonmaaier tijdens het
reinigingsproces.
1 Beweeg de machine naar een gebied met gemaaid gras
of een andere stevige ondergrond.
2 Verwijder de grasopvangbak of de mulchplug uit de
gazonmaaier.
3 Sluit de achterafdekking.
4 Sluit een tuinslang aan op de fitting van de
reinigingspoort.
5 Draai de watertoevoer open en controleer de fitting op
lekkages.
6 Start als er geen lekkage is de motor en laat deze draaien
totdat de onderkant van de gazonmaaier schoon is.
VOORZICHTIG! Activeer het aandrijfsysteem niet
tijdens het reinigingsproces.
7 Schakel de motor uit.
8 Draai de watertoevoer dicht en verwijder de slang uit de
fitting.
BELANGRIJK! Verwijder de slang niet uit de fitting
terwijl de motor draait. Water in de motor kan leiden tot
een kortere levensduur van de motor.
9 Start de motor en laat deze een volledige minuut draaien
om overtollig water uit de maaier te verwijderen.
Motor
Smering
Gebruik alleen reinigingsolie van hoge kwaliteit, voorzien
van de API-onderhoudsclassificatie SG–SL. Kies de
SAE-viscositeitsgraad van de olie in overeenstemming met
de verwachte bedrijfstemperatuur.
VOORZICHTIG! Hoewel het gebruik van multi-
viscositeitsoliën (5W30, 10W30, enz.) het starten bij koud
weer vereenvoudigen, zorgen deze voor een verhoogd
olieverbruik bij gebruik boven 32
º
F. Controleer uw
motoroliepeil vaker om mogelijke schade aan de motor
door draaien met te weinig olie te voorkomen.
•
Vervang de olie na elke 25 bedrijfsuren of ten minste één
keer per jaar.
•
Controleer het motoroliepeil alvorens de motor te starten
en na elke 5 uur opeenvolgend gebruik. Draai de olieplug
bij elke oliepeiling goed vast.
Oliepeil
Vóór de eerste keer starten
Uw gazonmaaier is zonder olie in de motor verzonden. U
ontvangt een verpakking met olie bij de machine. Giet de
volledige inhoud van de verpakking langzaam door de
olievulbuis in de motor.
BELANGRIJK! Niet te vol vullen!
Motoroliepeil controleren
De gazonmaaier dient op een vlakke ondergrond te staan
als u het oliepeil controleert. Zorg ervoor dat de startkabel is
verwijderd van de bougie alvorens u de olievuldop opent.
1 Controleer het oliepeil met de peilstok op de olievuldop.
2 Verwijder de oliedop en veeg de peilstok af.
3 Steek de peilstok terug. De olievuldop dient volledig
dichtgeschroefd te worden om een juist beeld van het
oliepeil te geven.
4 Vul als het oliepeil laag is bij met motorolie tot het
bovenste streepje op de peilstok.
VOORZICHTIG! Voor de eerste keer bijvullen hebt u
slechts 15 oz. nodig vanwege de achtergebleven olie na
de 100%-kwaliteitstest van de fabrikant. Bij het verversen
van de olie hebt u wellicht 18 oz. nodig.
TEMPERATURE RANGE ANTICIPATED BEFORE NEXT OIL CHANGE
SAE VISCOSITY GRADES
-20 0 30 40
80
100
-30
-20 0 20 30
40
F
C
32
-10
10
60
5W-30
SAE 30
ONDERHOUD
SAE-VISCOSITEITSGRADEN
VERWACHT TEMPERATUURBEREIK VOORAFGAAND AAN VOLGENDE OLIEVERVERSING
5W-30
SAE 30