Dutch – 147
Starten en stoppen
Voordat u begint
!
WAARSCHUWING! Neem de
gebruiksaanwijzing grondig door en
gebruik de machine niet voor u alles
duidelijk hebt begrepen.
Draag altijd persoonlijke
veiligheidsuitrusting. Zie de instructies
in het hoofdstuk "Persoonlijke
beschermingsmiddelen".
•
Houd personen en dieren buiten het werkgebied.
•
Voer dagelijks onderhoud uit. Zie de instructies in het
hoofdstuk "Onderhoud".
•
Zorg ervoor dat de startkabel juist op de bougie
bevestigd is.
•
Vul indien nodig olie bij. Zie de instructies in het
hoofdstuk Onderhoud.
•
Benzine bijvullen. Zie de instructies in het hoofdstuk
"Omgaan met brandstof".
•
Schakel het aandrijfsysteem, als de maaier hiermee
is uitgerust, uit alvorens de motor te starten.
Handmatig starten
U dient de motorremhendel tegen de handgreep aan te
houden wanneer u de motor start.
•
Ga achter de machine staan.
•
Grijp de starthendel beet een trek snel. Laat het
startkoord niet terugschieten.
Wikkel het startkoord
nooit om uw hand
Aandrijving
•
De zelfrijdende functie wordt geregeld door de
remhendel tegen de handgreep aangedrukt te
houden en één of beide aandrijfhendels naar boven
richting de handgreep te trekken. Hoe verder de
aandrijfhendels richting de handgreep worden
getrokken, hoe sneller de machine zal rijden.
•
De voorwaartse beweging stopt als de remhendel of
de aandrijfhendels worden losgelaten.
•
Om de voorwaartse beweging te stoppen zonder de
motor uit te schakelen, laat u alleen de aandrijfhendel
los. Houd de remhendel tegen de handgreep
aangedrukt om verder te maaien zonder zelfrijdende
functie.
Als de aandrijving langzaam aanvoelt, dient u de kabel
van de aandrijfregeling af te stellen. Stel de kabel
nauwkeurig af met de afstelschroef.
•
Schakel de motor uit. Koppel de bougie altijd los
voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren
of bewegende delen nadert.
•
Om de kabel te spannen en het toerental te verhogen,
draait u de afstelschroef linksom.
Zorg ervoor dat de kabel van de aandrijfregeling niet te
strak gespannen wordt. Als de gazonmaaier begint te
rijden zonder dat de koppelingshendel wordt bediend,
dient u de kabel te verlengen.
•
Om de kabel te spannen en het toerental te verlagen,
draait u de afstelschroef rechtsom.
BEDIENING