Dutch – 143
Algemeen
!
WAARSCHUWING! Een motor laten lopen in
een afgesloten of slecht geventileerde ruimte
kan dodelijke ongelukken veroorzaken door
verstikking of koolmonoxidevergiftiging.
Brandstof en brandstofdampen zijn zeer
brandgevaarlijk en kunnen leiden tot ernstig
letsel bij inademing en contact met de huid.
Wees daarom voorzichtig wanneer u met
brandstof werkt en zorg voor goede
luchtventilatie bij de brandstofhantering.
De uitlaatdampen van de motor zijn heet en
kunnen vonken bevatten die brand kunnen
veroorzaken. Start de machine daarom nooit
in gesloten ruimtes of in de buurt van licht
ontvlambaar materiaal!
Rook niet en plaats ook geen warme
voorwerpen in de buurt van de brandstof.
Brandstof tanken
•
Gebruik verse, schone, normale loodvrije benzine met een
octaangetal van minimaal 87. Meng geen olie bij de
benzine. Schaf brandstof aan in hoeveelheden die binnen
30 dagen gebruikt kunnen worden, om ervoor te zorgen dat
de brandstof vers is
!
WAARSCHUWING! Stop de motor en laat
hem vóór het tanken enkele minuten
afkoelen. De motor dient uitgeschakeld te
zijn.
Gebruik altijd een jerrycan om morsen te
voorkomen.
Vul de brandstoftank tot de onderkant van de
vulnek. Giet niet te veel brandstof in de tank.
Gebruik verse, schone, normale loodvrije
benzine met een octaangetal van minimaal
87. Meng geen olie bij de benzine. Schaf
brandstof aan in hoeveelheden die binnen 30
dagen gebruikt kunnen worden, om ervoor te
zorgen dat de brandstof vers is.
Open de dop van de tank voorzichtig
wanneer u wilt tanken zodat eventuele
overdruk langzaam kan ontsnappen.
Maak de dop van de tank en de directe
omgeving goed schoon.
Draai de dop van de tank goed vast na het
bijvullen. Door nalatigheid kan er brand
ontstaan.
Start de machine nooit:
•
Als u brandstof of motorolie op de machine hebt gemorst,
veeg deze dan weg en laat overgebleven brandstof
verdampen.
•
Als u brandstof op uzelf of op uw kleding hebt gemorst, trek
dan schone kleding aan. Was de lichaamsdelen die in
contact zijn geweest met brandstof. Gebruik water en zeep.
•
Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop en de
brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
Motorolie
VOORZICHTIG! Controleer het oliepeil voordat u de
gazonmaaier start. Een te laag oliepeil kan ernstige schade
aan de motor veroorzaken.
• Zie de instructies in het hoofdstuk "Onderhoud".
•
De motorolie moet voor het eerst na 5 uur bedrijfstijd
worden ververst. Gebruik nooit olie bedoeld voor
tweetaktmotoren.
Transport en opbergen
•
Bewaar en vervoer de machine en brandstof op dusdanige
wijze dat eventuele lekkage en dampen niet in contact
kunnen komen met vonken of open vuur, bijvoorbeeld van
elektrische machines, elektrische motoren, stopcontacten/
schakelaars, verwarmingsketels e.d.
•
Bij opslag en vervoer van brandstof moeten altijd speciaal
voor dat doel bestemde en goedgekeurde tanks worden
gebruikt.
Opslag voor lange tijd
•
Als de machine gedurende lange tijd niet gebruikt zal
worden, moet de brandstoftank leeggemaakt worden. Vraag
bij uw tankstation waar u de overtollige brandstof kunt
afvoeren.
•
Een toelaatbaar alternatief om plakkerige aanslag tijdens
opslag te voorkomen is een brandstofstabilisator. Voeg een
stabilisatiemiddel aan de brandstof in de tank of in de
jerrycan toe. Gebruik altijd de mengverhouding die wordt
vermeld op de verpakking van de stabilisator. Laat de motor
minimaal 10 minuten draaien nadat u het stabilisatiemiddel
hebt toegevoegd zodat het middel in de carburateur komt.
Maak de brandstoftank en de carburateur niet leeg als u
brandstofstabilisator gebruikt.
VOORZICHTIG! Met alcohol gemengde brandstoffen
(gasohol of mengsels op basis van ethanol of methanol)
kunnen vocht aantrekken en dit leidt tot ontmenging en de
vorming van zuren tijdens opslag.
Zuurvormend gas kan het brandstofsysteem van een motor
in opslag beschadigen. Vermijd problemen door het
brandstofsysteem te legen als de machine 30 dagen of
langer wordt opgeslagen. Leeg de benzinetank, start de
motor en laat deze draaien totdat de brandstofleidingen en
de carburateur leeg zijn. Gebruik in het volgende seizoen
nieuwe brandstof. Gebruik nooit motor- of
carburateurreinigers in de brandstoftank; dit kan permanente
schade tot gevolg hebben.
OMGAAN MET BRANDSTOF