79
10. Ingebruikname
•
Om het CUE-punt handmatig in te stellen, moet u de weergave op de gewenste positie met de PLAY/PAUSE
toets
(3) onderbreken. Het apparaat gaat over in de PAUZE functie. U kunt het CUE-startpunt met
behulp van het JOG-wiel (4) nauwkeurig instellen. Start het afspelen. Het CUE-punt wordt op deze plaats
opnieuw gezet.
CUE-punt controleren
•
Druk tijdens het afspelen of in de pauzemodus op de toets CUE (2).
•
Het apparaat keert terug naar het CUE-punt en de pauzemodus wordt geactiveerd.
•
Houd de CUE-toets (2) ingedrukt.
•
Het afspelen start vanaf het CUE-punt en blijft net zo lang spelen als de toets CUE (2) ingedrukt blijft.
•
Indien u de toets los laat, gaat de cd-speler terug naar het CUE-punt en schakelt over op de pauzemodus.
Wissen van een CUE-punt
•
Het oude CUE-punt wordt automatisch gewist zodra een nieuw CUE-punt wordt vastgelegd.
LOOP-functie (afspeellus)
Met het apparaat kunt u een tweede "naadloze" afspeellus (LOOP) opslaan. Het start- en eindpunt van de LOOP
kan in de pauze- of afspeelmodus worden gezet.
LOOP-functie opslaan en afspelen
•
Druk bij het gewenste startpunt van de afspeellus op de toets LOOP IN (5). De LOOP IN LED licht op.
•
Druk bij het gewenste eindpunt van de afspeellus op de toets LOOP OUT (6). De LED LOOP IN en de LED
LOOP OUT knipperen.
•
De afspeellus wordt nu continu afgespeeld.
•
Druk op de toets LOOP OUT (6) om de weergavelus te beëindigen.
•
Een opgeslagen afspeellus wordt gesignaleerd door het oplichten van de LED LOOP IN en de LED LOOP
OUT. Druk nogmaals op de toets RELOOP (7) om de opgeslagen weergavelus opnieuw te starten
De bestaande afspeellus wordt gewist wanneer een nieuwe afspeellus wordt geprogrammeerd, een
nieuw nummer wordt geselecteerd of wanneer de SEARCH-toetsen
(24 / 23) in de MP3-
modus worden ingedrukt.
Synchronisatie van de afspeelsnelheid
Om bij het mixen of faden tussen twee signaalbronnen een "mooie" overgang te krijgen, is het vaak noodzakelijk
om de beats (het ritme) aan te passen.
Dit kan op drie manieren:
•
Met de schuifregelaar PITCH (9). Hiermee kan de afspeelsnelheid statisch (blijvend) worden veranderd. Deze
functie kan worden gebruikt, als twee nummers qua beatsnelheid helemaal anders zijn.
•
Met de toetsen PITCH BEND (16 en 17). Hiermee kan de afspeelsnelheid tijdelijk (kort) worden veranderd.
Deze functie kan worden gebruikt als twee nummers qua beat gelijk zijn en alleen het inzetpunt moet worden
gesynchroniseerd.
Summary of Contents for CMP-960USB
Page 87: ...87...