4
NL
IDENTIFICATIE VAN PROBLEMEN
WAARGENOMEN PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
De ventilator slaat niet aan en
de vlamgaat niet branden
1 Netvoeding ontbreekt
2 Wikkeling van de motor is doorgebrand
of gebroken
1a Controleer de specificaties van het
elektriciteitsnet (220-240V - 50 Hz)
1b Controleer de werking en de stand van de
schakelaar
1c Controleer of de zekering intact is
2Vervang de motor
De ventilator slaat aan,maar de
vlamgaat of blijft niet branden
1 Ontsteking is defect
2 Vlamcontrole-instrument is defect
3 Detectiecel werkt niet
4 Er komt geen of onvoldoende olie bij
debrander terecht
5 Elektromagnetische klep werkt niet
1a Controleer de aansluitingen van de
ontstekingskabels op de elektroden en op de
transformator
1b Controleer de positie van de elektr. en hun
onderlinge afstand aan de hand van het schema
1c Verzeker u ervan dat de elektroden schoon zijn
1d Vervang de ontstekingstransformator
2 Vervang het instrument
3 Reinig of vervang de detectiecel
4a Controleer of de pomp/motor-combinatie intact is
4b Verzeker u ervan dat er geen licht in het
oliecircuit terecht is gekomen door de afdichting
van de leidingen en van de filterbescherming te
controleren
4c Reinig of vervang zonodig de straalpijp
5a Controleer de elektrische aansluiting
5b Controleer de TS-thermostaat (Fig. 8)
5c Reinig en vervang eventueel de elektromagnetische
klep
De ventilator slaat aan en
de vlam gaatbranden,maar
produceert rook
1 Te weinig verbrandingslucht
2 Te veel verbrandingslucht
3 Gebruikte olie is vuil of bevat water
4 Er is lucht in het oliecircuit aanwezig
5 Te weinig olie bij de brander
6 Te veel olie bij de brander
1a Verwijder alle mogelijke obstakels van de
aanzuigleidingen en/of luchtstroom
1b Controleer de positie van de luchtregelring
1c Reinig de verbrandingsschijf
2 Controleer de positie van de luchtregelring
3a Vervang de gebruikte olie door schone olie
3b Reinig het oliefilter
4 Controleer de afdichting van de buizen en de
bescherming van het oliefilter
5a Controleer de waarde van de pompdruk
5b Reinig of vervang de straalpijp
6a Controleer de waarde van de pompdruk
6b Vervang de straalpijp
De generator wordt niet
uitgeschakeld
1 Afdichting elektromagnetische klep is
defect
1 Vervang de elektromagnetische klep
De ventilator wordt niet
uitgeschakeld
1 Thermostaat van de ventilator is defect
1 Vervang de TR-thermostaat (Fig. 8)