63 NEDERLANDS
Bedieningsfunctie
(Hulpfunctie aan-
gegeven op het
bedieningspaneel)
Maximaal aantal slagen
Werking
Doel
Boutfunctie (3)
-
Rechtsom
Het gereedschap stopt automatisch ongeveer 1
seconde na het moment waarop de slagwerking is
begonnen.
Linksom
Het gereedschap gaat langzamer draaien nadat de
slagwerking is gestopt.
-
: Het lampje brandt.
*
Als het gereedschap linksom draait, draait het hetzelfde als in de functie 4 (maximaal), 4.400 min
-1
.
OPMERKING:
Als geen van de lampjes op het bedieningspaneel brandt, knijpt u de trekkerschakelaar eenmaal in
voordat u op de knop
drukt.
OPMERKING:
Alle lampjes op het bedieningspaneel gaan zijn wanneer het gereedschap is uitgeschakeld om
acculading te besparen. Het type bedieningsfunctie kan worden gecontroleerd door de trekkerschakelaar heel licht
in te knijpen zodat het gereedschap nog niet in werking treedt.
Snelfunctieschakelen
Mogelijkheden van snelfunctieschakelen
Met snelfunctieschakelen bespaart u de tijd voor het veranderen van de bedieningsfunctie van het gereedschap. U
kunt omschakelen naar uw gewenste bedieningsfunctie door alleen maar op de snelfunctieschakelknop te drukken.
Dit is handig bij het uitvoeren van repeterende werkzaamheden waarbij het nodig is om herhaaldelijk tussen twee
bedieningsfuncties om te schakelen.
VOORBEELD
Als bij uw werkzaamheden de T-functie met maximale slagkracht wordt gebruikt, registreert u de
maximale slagkracht als de functie voor snelfunctieschakelen. Eenmaal geregistreerd, kunt u vanuit de T-functie
omschakelen naar de maximale slagkracht met één keer drukken op de snelfunctieschakelknop. Bovendien kunt u
terugkeren naar de T-functie door nogmaals op de snelfunctieschakelknop te drukken.
Zelfs als het gereedschap in een andere bedieningsfunctie dan de T-functie staat, zal door op de snelfunctiescha-
kelknop te drukken de bedieningsfunctie veranderen naar de maximale slagkracht. Het is handig om een bedie-
ningsfunctie te registreren die u veelvuldig gebruikt.
U kunt een van de volgende bedieningsfuncties kiezen voor snelfunctieschakelen:
Slagkracht
•
4 (maximaal)
•
3 (hard)
•
2 (gemiddeld)
•
1 (zacht)
Hulpfunctie
• Houtfunctie
• T-functie (1)
• T-functie (2)
•
Boutfunctie (1) (rechtsom/linksom)
•
Boutfunctie (2) (rechtsom/linksom)
•
Boutfunctie (3) (rechtsom/linksom)
Een bedieningsfunctie registreren
On snelfunctieschakelen te gebruiken, registreert u eerste uw gewenste bedieningsfunctie in het gereedschap.
1.
Kies met de knop of de knop
uw gewenste bedieningsfunctie.
2.
Houd de knop
en de snelfunctieschakelknop tegelijkertijd ingedrukt totdat het lampje van de gewenste
bedieningsfunctie knippert.
►
Fig.11:
1.
Snelfunctieschakelknop
2.
Knop
OPMERKING:
U kunt de huidige bedieningsfunctie overschrijven met een nieuwe door de bovenstaande proce
-
dure uit te voeren.