62 NEDERLANDS
De hulpfunctie veranderen
Dit gereedschap is uitgerust met een hulpfunctie die meerdere gebruiksvriendelijke bedieningsfuncties kent voor het
indraaien van schroeven.
Het type bedieningsfunctie verandert elke keer wanneer u op de knop
drukt.
U kunt de hulpfunctie veranderen binnen ongeveer een minuut nadat u de trekkerschakelaar hebt losgelaten.
OPMERKING:
U kunt de tijdsduur gedurende welke u de hulpfunctie kunt veranderen verlengen met ongeveer
één minuut door op de knop , de knop
of de snelfunctieschakelknop te drukken.
►
Fig.10
Bedieningsfunctie
(Hulpfunctie aan-
gegeven op het
bedieningspaneel)
Maximaal aantal slagen
Werking
Doel
Houtfunctie*
4.400 min
-1
Deze functie helpt voorkomen dat de schroef omvalt
wanneer deze begint te draaien. Het gereedschap draait
de schroef eerst met een laag toerental. Nadat de slag-
werking van het gereedschap begint, neemt het toerental
toe tot het maximumtoerental wordt bereikt.
Vastdraaien van lange
schroeven.
T-functie (1)*
-
(Het gereedschap stopt
met draaien zodra de
slagwerking begint.)
Deze functie helpt voorkomen dat de schroef te strak
wordt vastgedraaid. En maakt tevens snel werken en
tegelijkertijd een goede afwerking mogelijk. Het gereed
-
schap draait een schroef met hoog toerental erin en stopt
kort nadat de slagwerking begint.
OPMERKING:
De timing waarmee het indraaien stopt is afhan-
kelijk van het type schroef en het materiaal
waarin wordt gedraaid. Test het indraaien voor-
dat u deze functie gebruikt.
Zelftappende schroeven
draaien in een dunne
metaalplaat met goede
afwerking.
T-functie (2)*
2.600 min
-1
Deze functie helpt voorkomen dat de schroef breekt
of wordt gestript. En maakt tevens snel werken en
tegelijkertijd een goede afwerking mogelijk. Het
gereedschap draait een schroef met hoog toerental
erin en vertraagt het draaien wanneer de slagwer-
king van het gereedschap begint.
OPMERKING:
Laat de trekkerschakelaar los zodra het
indraaien stopt om te strak vastdraaien te
voorkomen.
Zelftappende schroeven
draaien in een dikke
metaalplaat met goede
afwerking.
Boutfunctie
-
Rechtsom
Deze functie helpt om continu schroeven erin te
draaien met hetzelfde aandraaimoment. In deze
functie hoeft de trekkerschakelaar minder diep te
worden ingeknepen totdat het gereedschap op
maximaal toerental draait.
Linksom
Deze functie helpt voorkomen dat de bout eruit valt. Bij
het losdraaien van een bout waarbij het gereedschap
linksom draait, zal het gereedschap automatisch stoppen
of langzamer gaan draaien zodra de bout/moer voldoende
los zit. In deze functie hoeft de trekkerschakelaar minder
diep te worden ingeknepen totdat het gereedschap op
maximaal toerental draait.
OPMERKING:
De timing waarmee het indraaien stopt is afhan-
kelijk van het type schroef en het materiaal
waarin wordt gedraaid. Test het indraaien voor-
dat u deze functie gebruikt.
Rechtsom
Voorkomen dat bou-
ten te strak worden
vastgedraaid.
Linksom
Losdraaien van bouten.
Boutfunctie (1)
-
Rechtsom
Het gereedschap stopt automatisch zodra de slag-
werking is begonnen.
Linksom
De slagkracht is 2. Het gereedschap stopt automa-
tisch zodra de slagwerking is gestopt.
-
Boutfunctie (2)
-
Rechtsom
Het gereedschap stopt automatisch ongeveer 0,3
seconde na het moment waarop de slagwerking is
begonnen.
Linksom
De slagkracht is 4. Het gereedschap stopt automa-
tisch zodra de slagwerking is gestopt.
-