126
Alvorens een verzoek voor reparatie in te dienen, controleer u de storing zelf aan de hand van de onderstaande tabel. Voor reparatie neemt u
contact op met een erkend servicecentrum.
Toestand tijdens defect
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Zaagketting draait niet.
Kettingrem is in werking getreden.
Zet de kettingrem los.
Motor start niet.
Storing van bougie.
Controleer de bougie.
Brandstoftank is leeg.
Vul de brandstoftank.
Probleem met brandstoftoevoer.
Controleer of het brandstoffilter verstopt zit.
Storing van gereedschap.
Vraag uw plaatselijke, erkende servicecentrum het
gereedschap te repareren.
Onvoldoende prestaties.
Luchtfilter is vuil.
Maak het luchtfilter schoon. Vervang hem zo nodig.
Rondom de cilinder is het vuil.
Maak rondom de cilinder schoon.
Omgevingstemperatuur is erg laag.
Verander de instelling van de sluiter op de
carburateur. Zie het tekstdeel getiteld “IJsvorming in
de carburateur voorkomen”.
Geen kettingolie op de zaagketting.
Olietank is leeg.
Vul de olietank.
Olietoevoergroef is verstopt.
Reinig de groef.
Olietoevoer is niet goed ingesteld.
Stel de hoeveelheid toegevoerde olie in.
Storing in oliepomp.
Vraag uw plaatselijke, erkende servicecentrum het
gereedschap te repareren.
De zaagketting stopt niet, ook niet
wanneer de kettingrem in werking
treedt.
Remband is versleten.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het
gereedschap en vraag uw plaatselijke, erkende
servicecentrum het gereedschap te repareren.
Het gereedschap trilt abnormaal sterk.
Zaagblad of zaagketting zit los.
Stel het zaagblad en de kettingspanning in.
Storing van gereedschap.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het
gereedschap en vraag uw plaatselijke, erkende
servicecentrum het gereedschap te repareren.
De zaagketting staat niet stil wanneer
de motor stationair draait.
Het stationair toerental is te hoog.
Stel het stationair toerental goed in.
Koppeling defect.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het
gereedschap en vraag uw plaatselijke, erkende
servicecentrum het gereedschap te repareren.
PROBLEMEN OPLOSSEN