57 NEDERLANDS
Beveiliging tegen te ver ontladen
Wanneer de acculading laag wordt, stopt het gereed-
schap automatisch en knippert het
lampje.
Als het gereedschap niet werkt ondanks dat de schake-
laars worden bediend, verwijdert u de accu’s vanaf het
gereedschap en laadt u de accu’s op.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
►
Fig.6:
1.
Indicatorlampjes
2.
Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu
-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Resterende
acculading
Brandt
Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstan
-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING:
Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys
-
teem in werking is getreden.
In- en uitschakelen
WAARSCHUWING:
Controleer altijd, voordat
u de accu op het gereedschap aanbrengt, of de
trekschakelaar op de juiste manier schakelt en
weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze is
losgelaten.
Het gereedschap gebruiken zonder dat
de trekschakelaar goed werkt, kan leiden tot verlies
van controle en ernstig persoonlijk letsel.
LET OP:
Leg uw vinger nooit op de schakelaar
terwijl u het gereedschap draagt.
Het gereedschap
kan onbedoeld starten en letsel veroorzaken.
Houd de aan-uitknop ingedrukt gedurende enkele
seconden om het gereedschap in te schakelen.
Om het gereedschap uit te schakelen, houdt u de
aan-uitknop nogmaals ingedrukt.
►
Fig.7:
1.
Aan-uitknop
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, pakt u de handgreep
vast (de uit-vergrendelknop wordt bediend door het
vastpakken) en knijpt u vervolgens de trekkerschake
-
laar in. Om het gereedschap te stoppen, laat u de trek-
kerschakelaar los.
►
Fig.8:
1.
Uit-vergrendelknop
2.
Trekkerschakelaar
OPMERKING:
Nadat het gereedschap één minuut
niet is bediend, wordt het gereedschap automatisch
uitgeschakeld.
Toerentalregeling
U kunt het toerental van het gereedschap instellen door
op de aan-uitknop te tikken.
Bij elke tik op de aan-uitknop, verandert het toerental.
►
Fig.9:
1.
Aan-uitknop
Lampje
Functie
Toerental
Automatisch
4.000 - 6.000 min
-1
Hoog
6.000 min
-1
Gemiddeld
5.000 min
-1
Laag
4.000 min
-1
Omkeerknop voor verwijderen van
vuil
WAARSCHUWING:
Schakel het gereed-
schap uit en verwijder de accu voordat u verstrikt
geraakte onkruiden of vuil verwijdert dat niet door
de functie voor omgekeerd draaien kon worden
verwijderd.
Als het gereedschap niet wordt uitge-
schakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt
verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden
tot ernstig persoonlijk letsel.
Dit gereedschap heeft een omkeerknop om de draai-
richting te veranderen. Dit is alleen voor het verwijderen
van onkruiden en vuil dat verstrikt is geraakt in het
gereedschap.
Om de draairichting om te keren, tikt u op de omkeer-
knop en knijpt u de trekkerschakelaar in wanneer de
gereedschapskop stilstaat. Het voedingslampje begint
te knipperen en wanneer u de trekkerschakelaar
inknijpt, draait de gereedschapskop in de tegenoverge
-
stelde richting.
Om terug te keren naar de normale draairichting, laat u
de trekkerschakelaar los en wacht u totdat de gereed-
schapskop stilstaat.
►
Fig.10:
1.
Omkeerknop