56 NEDERLANDS
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
►
Fig.4
1
Accu
2
Uit-vergrendelknop
3
Trekkerschakelaar
4
Toerentallampjes
5
Lampje van automati
-
sche toerentalregeling
6
Voedingslampje
7
Aan-uitknop
8
Omkeerknop
9
Bevestigingsoog
10
Borgring
11
Handgreep
12
Beschermkap (van
snijgarnituur)
13
Schouderdraagstel
-
-
-
-
-
-
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
WAARSCHUWING:
Zorg er altijd voor dat het
gereedschap is uitgeschakeld en dat de accu is
verwijderd voordat u de werking van het gereed-
schap aanpast of controleert.
Als het gereedschap
niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het
gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per onge
-
luk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu
stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen
van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet
stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen
en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
►
Fig.5:
1.
Rood deel
2.
Knop
3.
Accu
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
uit het gereedschap.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereed
-
schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan
de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet
goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is.
Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop
-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Status
Indicatorlampjes
Aan
Uit
Knippert
Overbelast
Oververhit
Te ver
ontladen
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap overbelast wordt door
verstrikt geraakte onkruiden of ander vuil, knipperen
het
lampje en het middelste lampje, en stopt het
gereedschap automatisch.
Schakel in die situatie het gereedschap uit en stop het
gebruik dat ertoe leidde dat het gereedschap overbelast
raakte. Schakel daarna het gereedschap in om het weer
te starten.
Oververhittingsbeveiliging voor het
gereedschap of de accu
Er zijn twee vormen van oververhitting: oververhitting
van het gereedschap en oververhitting van de accu.
Wanneer het gereedschap oververhit raakt, knipperen
alle toerentallampjes. Wanneer de accu oververhit
raakt, knippert het
lampje.
Als oververhitting optreedt, stopt het gereedschap auto-
matisch. Laat het gereedschap en/of de accu afkoelen
alvorens het gereedschap weer in te schakelen.