71
9.
Groeven zagen (Fig. 41)
Sokkel-type zaagsneden kunnen als volgt worden
gemaakt:
Stel de laagste positie van het zaagblad in met behulp
van de stelschroef en de aanslagarm, om de zaagdiepte
van het zaagblad te beperken. Zie “Aanslagarm” hierbo-
ven.
Nadat de laagste positie van het zaagblad is ingesteld,
kunt u evenwijdige groeven over de breedte van het
werkstuk zagen door gebruik te maken van de methode
voor glijdend (duwend) zagen, zoals afgebeeld. Verwijder
daarna het werkstukmateriaal tussen de groeven met
behulp van een beitel.
WAARSCHUWING:
•
Probeer niet dit type zaagsnede uit te voeren met
een breder zaagblad of sokkelzaagblad.
Als u pro-
beert een groef te zagen met een breder zaagblad of
een sokkelzaagblad, kan dat resulteren in een onver-
wacht zaagresultaat en een terugslag die kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
•
Breng de aanslagarm terug naar zijn oorspronke-
lijke positie voor andere zaagbedieningen dan het
zagen van groeven.
Als u een zaagsnede probeert te
zagen met de aanslagarm in de verkeerde positie, kan
dat resulteren in een onverwacht zaagresultaat en een
terugslag die kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Het gereedschap dragen (Fig. 42 en 43)
Zorg ervoor dat de accu is verwijderd. Zet het zaagblad
vast op een verticaal-verstekhoek van 0° en de draaitafel
op de maximale horizontaal-verstekhoek naar rechts. Zet
de schuifstangen zodanig vast dat de onderste
schuifstang is vergrendeld in de stand waarbij de slede
geheel naar de gebruiker is getrokken, en de bovenste
schuifstangen zijn vergrendeld in de stand waarbij de
slede geheel naar voren is getrokken in de richting van
de geleider. Breng het handvat omlaag en vergrendel
deze in de laagste stand door de aanslagpen in te
duwen.
Draag het gereedschap door beide zijden van de gereed-
schapsvoet vast te houden, zoals afgebeeld. Het gereed-
schap is gemakkelijker om dragen wanneer u de
houders, stofzak, enz., ervan verwijdert.
LET OP:
• Zet alle bewegende onderdelen vast alvorens het
gereedschap te dragen. Als tijdens het dragen onder-
delen van het gereedschap bewegen of verschuiven,
kunt u uw balans of de controle over het gereedschap
verliezen, wat kan leiden tot persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING:
•
De aanslagpen is uitsluitend bedoeld te worden
gebruikt tijdens het dragen en bewaren van het
gereedschap, en mag nooit worden gebruikt tijdens
het zagen.
Het gebruik van de aanslagpen tijdens het
zagen kan leiden tot onverwachte bewegingen van het
zaagblad, wat kan leiden tot een terugslag en ernstig
persoonlijk letsel.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens te beginnen met
onderhoud of inspectie.
WAARSCHUWING:
•
Zorg altijd dat het zaagblad scherp en schoon is
om optimale en veilige prestaties te krijgen.
Als u
probeert te zagen met een bot en/of vuil zaagblad, kan
een terugslag optreden die kan leiden tot ernstig per-
soonlijk letsel.
KENNISGEVING:
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Afstellen van de zaaghoek
Dit gereedschap werd in de fabriek nauwkeurig afgesteld
en uitgelijnd, maar door ruwe behandeling kan de uitlij-
ning ervan verslechterd zijn. Doe het volgende indien uw
gereedschap niet meer juist is uitgelijnd:
1.
Verstekhoek
Duw de slede naar de geleider toe en draai twee klem-
schroeven vast om de slede vast te zetten.
Draai de handgreep los om de draaitafel los te maken.
Draai de draaitafel zodat de wijzer wijst naar 0° op de
verstekschaal. Draai daarna de draaitafel een beetje
naar rechts en naar links zodat hij in de 0° verstek-inke-
ping komt te zitten. (Laat de draaitafel zoals hij is indien
de wijzer niet naar 0° wijst.) Draai de zeskant-inbusbout
van de geleider los met de zeskant-inbussleutel.
(Fig. 44)
Breng het handvat volledig omlaag en vergrendel het in
de laagste positie door de aanslagpen in te drukken.
Gebruik een driehoeksliniaal of een winkelhaak e.d. om
de zijde van het zaagblad haaks te zetten ten opzichte
van het vlak van de geleider. Draai vervolgens de zes-
kant-inbusbout op de geleider stevig vast, beginnend
vanaf de rechterzijde.
(Fig. 45)
Controleer of de wijzer wijst naar 0° op de verstekschaal.
Indien de wijzer niet naar 0° wijst, draait u de bevesti-
gingsschroef van de wijzer los en stelt u de wijzer juist in
zodat hij naar 0° wijst.
(Fig. 46)
2.
Schuine hoek
1.
0° schuine hoek
Duw de slede naar de geleider toe en draai twee
klemschroeven vast om de slede vast te zetten.
Breng het handvat volledig omlaag en vergrendel
het in de laagste positie door de aanslagpen in te
drukken.
Draai de hendel op de achterkant van het gereed-
schap los.
Draai de 0° schuine-hoek stelbout (onderste bout)
op de rechterzijde van de arm twee of drie slagen
naar links om het zaagblad naar rechts te doen hel-
len.
(Fig. 47)
Zet de zijde van het zaagblad haaks ten opzichte
van het bovenvlak van de draaitafel door de 0°
schuine-hoek stelbout voorzichtig naar rechts te
draaien; gebruik hiervoor een driehoeksliniaal, een
winkelhaak, e.d. Draai vervolgens de hendel stevig
vast.
(Fig. 48)
Controleer of de wijzer op de arm wijst naar 0° op de
schuine-hoek schaal op de armhouder. Indien niet,
draai dan de bevestigingsschroef van de wijzer los
en verstel de wijzer zodat hij naar 0° wijst.
(Fig. 49)