53
met tape en de accu moet zodanig worden verpakt dat
deze niet kan bewegen in de verpakking.
11.
Neem de plaatselijke regelgeving met betrekking
tot het weggooien van de accu in acht.
12.
Gebruik de accu’s uitsluitend met de apparaten
opgegeven door Makita.
Als de accu’s worden
geplaatst in niet-compatibele apparaten, kan dat
leiden tot brand, buitensporige hitte, een explosie of
lekkage van elektrolyt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
LET OP: Gebruik uitsluitend originele Makita
accu’s.
Het gebruik van niet-originele accu’s, of accu’s die zijn
gewijzigd, kan ertoe leiden dat de accu ontploft en brand,
persoonlijk letsel en schade veroorzaakt. Ook vervalt
daarmee de garantie van Makita op het gereedschap en
de lader van Makita.
Tips voor een lange levensduur van de
accu
1.
Laad de accu op voordat deze volledig leeg is.
Wanneer u merkt dat het gereedschap minder
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en
laadt u eerst de accu op.
2.
Laad nooit een volledig opgeladen accu op.
Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
4.
Als de accu gedurende een lange tijd (meer dan
zes maanden) niet gebruikt, laadt u deze eerst op
alvorens deze te gebruiken.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
• Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en
dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het
gereedschap aanpast of controleert.
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 1)
LET OP:
• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
•
Houd het gereedschap en de accu stevig vast
tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en
beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
eraf.
Om de accu aan te brengen, lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een
klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van
de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht.
LET OP:
• Breng de accu altijd helemaal aan totdat het rode deel
niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu
per ongeluk uit het gereedschap vallen en letsel
veroorzaken bij u of anderen in uw omgeving.
• Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet
gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze
niet goed aangebracht.
Werking van de aan-uitschakelaar
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
aanbrengt, of de aan-uitschakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand wanneer
op de achterkant van de aan-uitschakelaar wordt
gedrukt.
• De aan-uitschakelaar kan worden vergrendeld in de
aan-stand ten behoeve van het gebruikersgemak bij
langdurig gebruik. Wees voorzichtig wanneer het
gereedschap in de aan-stand is vergrendeld en houd
het gereedschap stevig vast.
Om het gereedschap in te schakelen, schuift u de aan-
uitschakelaar naar de stand “I” (aan) door tegen de
achterkant van de aan-uitschakelaar te duwen. Om het
gereedschap continu te laten werken, drukt u op de
voorkant van de aan-uitschakelaar om deze te
vergrendelen.
Om het gereedschap te stoppen, drukt u op de achterkant
van de aan-uitschakelaar en schuift u deze naar de stand
“O” (uit)
(zie afb. 2)
.
Beveiliging tegen onopzettelijk herstarten
Zelfs als de accu in het gereedschap is aangebracht
terwijl de aan-uitschakelaar in de stand “I” (aan) staat,
start het gereedschap niet.
Om het gereedschap te starten schuift u de aan-
uitschakelaar eerst naar de stand “O” (uit) en vervolgens
naar de stand “I” (aan).
Elektronische koppelregelfunctie
Het gereedschap detecteert elektronisch situaties waarin
de schijf of het accessoire gevaar loopt om vast te lopen.
In dergelijke situaties wordt het gereedschap automatisch
uitgeschakeld om verder ronddraaien van de as te
voorkomen (dit voorkomt niet terugslag).
Om het gereedschap weer te starten, schakelt u eerst het
gereedschap uit, heft u vervolgens de oorzaak van de
plotselinge afname van het toerental op, en schakelt u
tenslotte het gereedschap weer in.
De resterende acculading controleren
Alleen voor accu’s met de indicator
(zie afb. 3)
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading af te lezen. De indicatorlampjes branden
gedurende enkele seconden.